Doop

5. Doop als beeld van besnijdenis van het hart

Besnijdenis en doop in het nieuwe verbond

Wat is nu de parallel van de besnijdenis in het oude verbond en die van de besnijdenis van het hart in het nieuwe?
Ook aan de besnijdenis van Abraham ging geloof vooraf.
En het eerste wat de mens moet doen om in het nieuwe verbond opgenomen te worden, is tot inkeer komen en zijn geloof richten op de belofte van God.
Wat houdt deze belofte in?
Het antwoord is:
Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen (zonen) van God te worden (Johannes 1:12).
Wanneer iemand Jezus als het (mensgeworden) woord van God aanneemt, gaat er van Gods kant iets gebeuren.
Abrahams geloof is gevestigd op zijn zoon die geboren zal worden.
De verwachting van de bekeerde mens is om zelf een zoon van God te worden.
Alles wat nu volgt, wordt door middel van de doop uitgebeeld.

Door de kracht van het woord van God wordt uit de geestelijk dode mens een nieuwe schepping geboren.
Het prille, nieuwe leven maakt zich los van het oude.
De nieuwe mens is geboren en hij moet vrijgemaakt worden van zijn oude leven.
Zoals in het natuurlijke leven de navelstreng tussen moeder en kind doorgesneden wordt, zo wordt in de innerlijke mens het oude leven van het nieuwe gescheiden door een besnijdenis die niet met de hand gebeurt.
De nieuwe mens komt zo los te staan van de oude.
Dit is in de onzichtbare wereld een duidelijk teken dat iemand een zoon van God geworden is.
Hij draagt het merk:
Laat ieder die de naam van de Heer noemt, onrecht uit de weg gaan (of: breken met de ongerechtigheid NBG) (2 Timoteüs 2:19).

Door de besnijdenis van zijn hart is hij losgemaakt van het oude leven en krijgt hij de kracht om op te staan in een nieuw, geestelijk leven.
Het is de besnijdenis van Christus, want wanneer de Zoon jullie vrij zal maken, zullen jullie werkelijk vrij zijn (zie Johannes 8:36).
Het is een eerste begin, maar de nieuwe mens is burger geworden van het koninkrijk van God en hij is daar ingeschreven.
De doop beeldt uit dat deze besnijdenis plaatsgevonden heeft.
Als beeld wordt het oude leven in het water achtergelaten om als een ‘nageboorte’ begraven te worden.

De nieuwe mens komt tevoorschijn als een zoon van God en in zijn hart draagt hij het ‘verborgen’ verbondsteken van de besnijdenis.
Zijn vernieuwde hart bewijst dat Jezus eeuwig leven aan hem heeft doorgegeven. … de besnijdenis is een innerlijke besnijdenis.
Het is het werk van de geest, niet een voorschrift uit de wet …
(zie Romeinen 2:29).

Zij is dus een besnijdenis naar de wet van Gods geest en niet naar de wet van de Sinaï:
Wij zijn het die besneden zijn, wij verrichten onze dienst door de geest van God en laten ons voorstaan op Christus Jezus, niet op onszelf … (Filippenzen 3:3).

De besnijdenis van het hart hoort bij het geestelijke geboorteproces.
Van hen die onder het oude verbond geboren zijn, moet de profeet zeggen:
Op de dag dat je geboren werd, was er niemand om je navelstreng door te snijden … (Ezechiël 16:4).
Zij zijn dus niet losgemaakt van de oude mens, het aardsgerichte denken.

Na de besnijdenis, het opstaan in het nieuwe leven en de doop in de geest van God, is men niet alleen zoon van God geworden, maar ook ingevoegd in het lichaam van Christus, dat is de gemeente.
Wij zijn allen gedoopt in één geest en zijn daardoor één lichaam geworden … (zie 1 Korintiërs 12:13).
Ook daarom staat er: de besnijdenis van Christus (Kolossenzen 2:11).
Het resultaat van de besnijdenis is dat de nieuwe mens als een levende cel zijn plaats kan gaan innemen in het geestelijke lichaam van Christus, de gemeente.
Ook in het nieuwe verbond worden de ‘nakomelingen van Abraham’ besneden, niet lichamelijk, maar geestelijk.
Dit zaad is Christus en allen die Christus Jezus toebehoren (zie Galaten 3:16 en 29).

Door de besnijdenis van het hart is er een scheiding gekomen tussen de oude en de nieuwe mens.
De oude onderhoudt contact met de demonen die in hem werkzaam zijn (zie Efeziërs 2:2).
De nieuwe is geboren als gevolg van de inwerking van het zaad van God, dat is zijn woord, op de geest van de mens.
Daarom kunnen wij roepen: ‘Abba, Vader’ .
Het eeuwig oordeel, de absolute scheiding tussen goed en kwaad, begint zich nu in een mensenleven te voltrekken.

Aan Abraham wordt beloofd dat hij een erfgenaam van de wereld zal worden (zie Romeinen 4:13).
De geestelijke besnijdenis is het teken van de belofte dat we zonen van God mogen zijn.
We geloven erfgenamen te zijn in de onzichtbare wereld, erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus (zie Romeinen 8:17).
Dit is een zaak van geloof, ook al zien we nu alleen nog maar het begin!

We zien wat voor rijke en heerlijke betekenis de doop heeft.
Hij heeft meer inhoud dan de doop na inkeer, die Johannes brengt.
Wij kunnen vaststellen dat zijn doop als doel heeft om een natuurlijk volk voor te bereiden op het volledige herstel(plan) dat door Jezus gebracht zal worden.
De nieuwtestamentische doop die uitbeeldt hoe de oude mens van de nieuwe gescheiden wordt, kan dus zeker niet voor baby’s bedoeld zijn!

Door te beweren dat de doop in de plaats van de oudtestamentische besnijdenis gekomen is, elimineert men de besnijdenis van het hart en stelt men de ‘dopeling’ buiten de vrijheid van het koninkrijk van God.
Dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen is een ernstige dwaling, die op geen enkele manier door het nieuwe testament ondersteund wordt.

De doop is niet in de plaats van de besnijdenis gekomen, maar de besnijdenis van het hart is de geestelijke realiteit, waarvan de besnijdenis van het oude verbond een voorafbeelding is.
De besnijdenis van het hart ‘tekent’ iemand als zoon van God.
Door de verborgenheid onder water wordt de verborgenheid van de besnijdenis van het hart gesymboliseerd.

Iedereen die in de onzichtbare wereld het proces van het tot inkeer komen en geloof in God, het opnieuw geboren worden en de besnijdenis van het hart meegemaakt heeft, wordt opgeroepen om door de bijbelse doop daarvan getuigenis te geven in de zichtbare wereld!