11. Wat doen wij met onze kinderen?
Onze kinderen zijn heilig
Wat betreft onze kinderen zullen wij ook ons standpunt moeten bepalen.
Het is duidelijk dat wij onze kleinen niet laten dopen, noch afgezien van de praktische bezwaren daarvan …
Toch willen wij hun het goede van God meegeven, een zegen die bijbels verantwoord is.
In 1 Korintiërs 7:14 staat:
Want de ongelovige man behoort dankzij zijn vrouw God toe en de ongelovige vrouw dankzij haar man eveneens.
Zou dat niet zo zijn, dan zouden uw kinderen onrein zijn, maar nu zijn ze geheiligd.
Het goede van God, zijn zegen, stroomt dus van de gelovige huwelijkspartner naar de ongelovige en de zegen van de gelovige ouders gaat door naar het kind dat in hen geheiligd is, dus beschermd is tegen het kwaad.
De kinderbesprenkeling gaat volgens het kerkelijke doopformulier van de gedachte uit dat de kinderen van de gelovigen in zonde verwekt en geboren zijn en daarom aan een groot scala aan ellende, ja zelfs aan de ‘verdoemenis’ onderworpen zijn.
Maar op hetzelfde moment vraagt men aan de ouders te bevestigen dat hun kinderen in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van de gemeente gedoopt moeten worden …
Dat is een hinken op twee gedachten.
Wanneer onze kinderen aan de ‘verdoemenis’ onderworpen zijn, gáán zij niet verloren, maar zijn zij verloren.
Zij staan dan als kinderen van de hel te boek en dit klopt niet met het geheiligd zijn in Christus.
Daarom moet deze heiligheid volgens velen gezien worden als een ‘sacramentele heiligheid’.
Deze laatste uitdrukking te analyseren en haar betekenis vast te leggen, zal niet veel mensen lukken …
De bedoeling ervan is waarschijnlijk om de waarde van de heiligheid van onze kinderen door het woordje ‘sacramenteel’ te verminderen en de betekenis ervan af te zwakken.
Maar omdat sacramenten ‘heilige, zichtbare waartekenen en zegels’ zijn, moet de toevoeging sacramenteel juist aangeven dat deze heiligheid van de kinderen dubbel waar is en vaststaat …
Maar onze kinderen zijn niet geheiligd in Christus, zoals het doopformulier aangeeft, maar volgens bovengenoemde tekst uit 1 Korintiërs, in de ouders.
Gelovigen zijn koningen en priesters in het koninkrijk van God en hun kinderen zijn geen kleine ‘verdoemelingen’ zoals het doopformulier ons wil doen geloven, maar prinsen en prinsessen, die eveneens bestemd zijn om te zijner tijd het koningschap te ontvangen.
Het huwelijk is een heilige en door God gewilde zaak.
Daarom worden onze kinderen niet in zonde verwekt en zijn ze niet een erfenis van satan, maar van de Heer.
Wij brengen ze niet groot voor de tegenstander, maar voor God.
Daarom horen de kinderen van gelovige ouders bij het ‘akkerwerk’ van de heilige geest en niet bij dat van de demonen.
De Bijbel zegt dat onze kinderen geestelijk niet besmeurd en vuil zijn, maar heilig!
Heilig betekent: afgezonderd van het kwaad, tot herstel.
Apart gesteld voor het koninkrijk van God, onder de leiding van hun ouders, totdat zij zelf hun keus hebben gemaakt.