Erfzonde

9. De opdracht om het duivelswerk te verbreken

Als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren

Jezus geeft het kostbare herstelplan van de Vader aan ons door.
Hij informeert ons over de manier waarop ook door ons, als gelovigen, het werk van satan tenietgedaan kan worden.
Wat de Heer hier zegt, is ook nu nog hoogst actueel in de geestelijke wereld.
Maar ook denken we dat de Heer eveneens zijn hand op ons wil leggen, als we, vaak onwetend, giftige stoffen binnenkrijgen, bijvoorbeeld via de lucht of ons eten.
Dit is trouwens ook een gevolg van de wetteloze geesten die een steeds sterkere greep op mensheid en milieu krijgen.
Maar voor ons als kinderen of zonen van God geldt dat wij naar Jezus gaan om geestelijk te drinken.
Hij zegt tegen iedereen: Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! (zie Johannes 7:37).

De Bijbel eindigt met de oproep in Openbaring 22:17:
Kom! Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft.
Wie dorst heeft of verlangt naar de gerechtigheid mag Jezus hierom vragen.
En als hij wil mag hij ook onbeperkt drinken van de bronnen van het herstel, waaruit het levende water, beeld van de (gaven van de) heilige geest, ontspringt.

Maar de christen leeft in een wereld waarover satan veel macht heeft.
Jezus noemt hem de heerser over deze wereld, maar ook is hij ook de aanvoerder van de macht in de lucht, dat is van de demonen in de geestelijke wereld (zie Efeziërs 2:2).
Dezen verleiden de mensen om te zondigen, binden hen en maken hen ziek.

Misschien wel dagelijks heeft de christen te maken met invloeden op zijn werk, thuis, op school of waar dan ook, of met wat pers en sociale media hem presenteren.
Satan probeert ook steeds rechtstreeks onheilige gedachten bij hem op te wekken en (zo) op allerlei manieren tussen hem en God in te komen.
Het gaat hier dus over of het slechte in de mens opkomt als gevolg van de erfzonde, of dat het door de inwerking van demonen van buitenaf wordt opgewekt.
Als het kwaad binnenin hem ontstaat, kan het hem ook niet verder beschadigen, want dan hoort het bij zijn wezen.
Maar juist als het niet bij hem hoort, richt het onheil aan.

Je kind heiligen

Een zus in Christus stuurt haar kind naar de christelijke basisschool.
De kleine wordt moeilijk en het wil daar niet meer naar toe.
Als moeder gaat ze eens een kijkje nemen in het klaslokaal.
Aan de muur hangen de tekens van de dierenriem en daaronder staan de namen van de kleuters.
Zo worden de kleinen verbonden met de astrologie, een vorm van waarzeggerij en magie uit het rijk van de duisternis.
Nu kan onze zus haar kind wel van school halen en naar een openbare kleuterschool sturen, maar daar hebben ze tegen de vakantie spelletjes met spookverschijningen; ze verbranden ‘heksen’ en brengen de kleinen weer tot rust met yoga-oefeningen.

De moeder weet wat haar te doen staat.
Ze kan het kind niet van de wereld isoleren, maar het wel heiligen en beschermen tegen satan (zie Johannes 17:15).
Daarom verbreekt zij de beïnvloeding van dit occulte gedoe en vertrouwt op de woorden van haar Heer dat ook haar kinderen niet zullen worden beschadigd als zij ‘iets dodelijks drinken’.
Dankzij de kennis van dit evangelie kunnen we in deze tijd onszelf en onze kinderen beschermen zodat ze niet met het kwaad besmet worden.
We moeten dan wel kennis hebben van de wetten (wetmatigheden) zoals die gelden in de geestelijke wereld.

Toen spuwde de slang een stroom water als een rivier achter de vrouw aan om haar daarin mee te sleuren.
Maar de aarde schoot haar te hulp: de aarde sperde haar mond open en dronk de rivier op die de draak had uitgespuwd
(Openbaring 12:15-16).
Wat uit onze mond komt zijn woorden, gedachten en visies.
Het water is hier een beeld van infiltraties met demonische gedachten.
De aarde is het symbool van het natuurlijke leven, dat in onze tijd op abnormale wijze beïnvloed wordt door zedeloosheid en bandeloosheid in onder andere reclame, literatuur en kunstuitingen.
Vooral zijn de mogelijkheden via de sociale media vrijwel onbeperkt om het demonische gif te verspreiden.
Uiteraard geldt dit gelukkig ook voor het goede nieuws van het evangelie van Jezus Christus!

Wanneer christenen gebroken hebben met de ongerechtigheid, gedoopt zijn in Gods heilige geest en geheiligd of hersteld zijn, worden zij onaantastbaar voor deze verzoekingen.
Die zullen hen niet meer kunnen beschadigen.
Hoewel satan hiermee de gemeente van Jezus Christus tot de dood toe wil vergiftigen, bereikt deze stroom onheil het volk van God niet, maar wel de aardsgerichte christenheid.
Deze neemt gretig de (in)vloed van onreinheid op en de natuurlijk ingestelde gelovige mens verliest dan nog het laatste restant van zijn geestelijke leven (zie onder andere Matteüs 13:12).

Let wel dat er sprake is van de draak die het volk van God bedreigt.
Het gaat dus over een dodelijk geestelijk gif dat van buitenaf komt, dat opgedronken wordt en dat beschadigt en vernielt.
Het hoort dus niet bij ons wezen!
Maar ons wordt beloofd dat het gif ons niet zal deren.
Wij blijven onbeschadigd doordat we geloven in en vasthouden aan het evangelie van Jezus Christus.