9. De opdracht om het duivelswerk te verbreken
Herstel van Israël
De evangelist Lucas vertelt in Handelingen 1 dat Jezus na zijn opstanding nog veertig dagen zijn leerlingen onderwijst over alles wat te maken heeft met het (onzichtbare) koninkrijk van God.
De Heer herinnert zijn volgelingen eraan dat zij binnenkort zullen worden gedoopt in Gods heilige geest.
De geest van God zal dan het eerst worden uitgestort over de groep leerlingen van Jezus en ook over andere gelovige Joden die in Jeruzalem wonen (zie Handelingen 2:5).
De leerlingen vragen aan Jezus: Heer, gaat U dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen? (zie Handelingen 1:6).
Ze hebben nog niet begrepen dat het koninkrijk van God geestelijk is, van een andere dimensie.
Hun denken is nog gericht op het zichtbare hier en nu.
Ook in onze tijd houden veel gelovigen zich bezig met het zichtbare, aardse Israël, waarvan zij denken dat God hiermee (nog) een apart plan heeft.
Het antwoord van Jezus is dat ze dit onzichtbare koninkrijk zullen gaan ervaren en openbaren nadat zij de kracht van Gods geest hebben gekregen bij de doop in deze geest.
Deze is onmisbaar bij onze strijd in de geestelijke wereld, om te kunnen overwinnen op de demonen.
Eerst zullen zij als het (geestelijke) Israël van God hun plaats moeten innemen in zijn koninkrijk en daarna vanuit Jeruzalem en Israël de wereld ingaan om het evangelie van Jezus Christus bekend te maken (zie Handelingen 1:8).
De leerlingen van Jezus beginnen in de stad waar Hij zijn taak op aarde heeft geëindigd.
Zij brengen het evangelie van Jezus Christus over het koninkrijk van de hemelen, zoals Hij dit veertig dagen lang na zijn opstanding met hen heeft besproken.
Dit evangelie, dat onderdeel is van het eeuwige plan van God, gaat over het herstel van de mens en van de hele schepping.
Dit evangelie is doortrokken van het wezen van God, want het laat zien wie Hij werkelijk is: uitsluitend licht en liefde.
Kerkgeschiedenis
Tegen dit evangelie zal in de hierna volgende eeuwen veel weerstand ontstaan vanuit het rijk van de duisternis.
Satan en zijn demonen zullen alles op alles zetten om de verspreiding en verdere uitwerking ervan tegen te gaan.
Dit doen zij voornamelijk via mensen die zeggen in God te geloven, maar die in feite geïnspireerd worden door satan; in geestelijk opzicht is híj hun vader (zie Johannes 8:44).
Deze mensen zeggen dat zij de ‘ware kerk’ zijn of de ‘zuivere leer’ verkondigen, maar in feite vormen zij een schijngemeente.
Deze lijkt (aan de buitenkant) echt, maar innerlijk ziet het er door allerlei dwalingen (waaronder de leer van de erfzonde) niet al te best uit (zie Matteüs 23:27-28).
Het boek Openbaring schetst de ontwikkeling van de echte (‘ware kerk’) en de schijngemeente in de afgelopen ongeveer tweeduizend jaar.
Maar ondanks alle tegenstand maakt God zijn woord waar, zijn plan wordt gerealiseerd in mensen die in een zuiver contact met Hem leven.
Gods herstelplan vindt zijn hoogtepunt in de geestelijk volledig ontwikkelde mens die aan zijn bedoeling beantwoordt.
Jezus concretiseert als eerste mens in zijn leven op aarde dit doel van God met de mens.
Hij laat ons in zichzelf het voorbeeld na van de echte geestelijke mens, door zijn manier van leven, door wat Hij zegt en doet.
Jezus is de alpha en de omega, de eerste geestelijke mens én ons einddoel, want eens zullen alle zonen van God zijn evenbeeld zijn, dus gelijkvormig aan Hem.
Romeinen 8:29:
Wie Hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broers en zussen.
De vraag van de leerlingen aan Jezus is: wanneer herstelt U het koningschap over Israël?
Zijn na de opstanding van de Heer alle zorgen weg en ligt de strijd nu achter hen?
Ze hopen dat Jezus tijdens hun leven nog zal ingrijpen en dat nog op korte termijn graag.
Ook later worden er veel profetieën uitgesproken waarin gezegd wordt dat de dag van de Heer op het punt staat aan te breken (zie 2 Tessalonicenzen 2:2).
Veel mensen zullen zeggen: De tijd is gekomen! (zie Lucas 21:8).
Mensen zijn gaan geloven dat Jezus snel terugkomt, maar zonder dat zijn volk hiervoor innerlijk gereed is en zonder eerst in de strijd tegen de demonen de overwinning te behalen.
Natuurlijk is het voor ons erg interessant om te weten wat de Heer over de toekomstige wereld in die veertig dagen aan zijn leerlingen heeft verteld.
Vóór zijn opstanding verpakte Hij zijn uiteenzettingen meestal in vergelijkingen, zodat de ongeestelijke (en niet geïnteresseerde) mens de verborgen zaken van het koninkrijk van de hemelen niet zal begrijpen.
Voor hem is het toch allemaal maar dwaasheid.
Om het evangelie van het koninkrijk van God te begrijpen, is een geestelijke instelling of gerichtheid nodig, met daarbij (een serieus streven naar) een duidelijk inzicht.
Want door het evangelie dat Jezus brengt, worden wij door de Heer vaak bij de wereld van de geesten, de andere dimensie, bepaald.
Als we ons daarbij houden aan de uitdrukking ‘Sola Scriptura’, de Schrift alleen, zullen wij er niet veel van begrijpen.
Heeft de profeet niet gezegd dat wij allemaal door God onderwezen worden?
Johannes 6:45:
Het staat geschreven in de Profeten: Zij zullen allemaal door God onderricht worden. Iedereen die naar de Vader luistert en van Hem leert komt bij Mij.
Maar wie niet gedoopt is in Gods heilige geest en zich toch richt op de onzichtbare wereld, mist de noodzakelijke begeleiding die hem hierin volledig inzicht kan geven.
Johannes 16:13 (ged.):
De geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid.
Verstaan wat je leest of lezen wat er staat
Hij kan dan achter de schaduw of het beeld (uitbeelding van een geestelijke werkelijkheid) niet de geestelijke wereld onderscheiden.
Aan het eind van het evangelie van Marcus (16:19-20) wordt meegedeeld:
Nadat Hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam Hij plaats aan de rechterhand van God.
En zij gingen op weg om overal het nieuws bekend te maken.
De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.
Het is erg fijn voor ons dat wij vanuit dit evangelie tenminste de samenvatting kennen van de veertig dagen durende toespraken van Jezus.
Deze samenvatting vormt de grote opdracht van Jezus Christus aan alle mensen die in Hem geloven.
Vanuit deze opdracht richt de aandacht van zijn volgelingen zich vooral op de wereld van de geesten.
In verband met zijn eigen leven, zijn eigen optreden, zijn inzichten, zijn werk en bediening zijn de laatste woorden van Jezus hier op aarde:
Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered (ook: hersteld, genezen) maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld.
Zij die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen,
met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen (Marcus 16:15-18).
Dit is in het kort de hoofdzaak van het christelijke geloof, dat zich bezighoudt met de onzichtbare dingen.
Wie dwaling en leugen, zonde en ziekte, gebondenheid en andere demonische wetteloosheid wil overwinnen, zal moeten terugkeren naar de samenvatting die Jezus geeft vlak voordat Hij van de aarde weggaat.
Niemand die tot geloof gekomen is, kan deze opdracht van Jezus negeren.
Hij doet zichzelf en zijn naasten dan erg tekort!
Maar Jezus Christus is met deze laatste woorden voor veel mensen, ook zij die zeggen christen te zijn, ook nu nog een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot (zie 1 Petrus 2:8).
Maar wie op (deze woorden van) Jezus zijn geloof bouwt, komt niet bedrogen uit (zie 1 Petrus 2:6).