Erfzonde

2. Het plan van de vijand

Vergelijkingen

Ook in het oude testament vinden we plaatsen die erop wijzen dat de zonde wordt geboren doordat demonen de menselijke verlangens bevruchten.
In Psalm 7:15 NBG wordt gezegd:
Zie, wie met ongerechtigheid bevrucht werd, is zwanger van onheil en baart leugen.
In Jesaja 59:4 en 5 wordt het proces waaruit de zonde ontstaat, als volgt voorgesteld:
… ze zijn zwanger van onrecht en baren misdaad.
Ze broeden slangeneieren uit, ze weven spinnenwebben.

Strijden tegen de zonde is zich verzetten tegen de demonen die ons proberen te verleiden en onze innerlijke mens te bevruchten.

Het grote geheim van de overwinning op de (demonen van) zonde ligt hierin dat wij onszelf nooit moeten identificeren met het kwaad.
We moeten zonde zien als een vreemd en vijandig element dat niet bij ons hoort.
Daarom hoeven we nooit ‘tegen onszelf’ te vechten, maar alleen tegen satan.
Als we een zweer aan onze hand hebben, zeggen we toch ook niet: deze afwijking hoort bij mij?
Nee, we willen er het liefst zo snel mogelijk van af zijn.
Jezus is de verlosser die de mens door de kracht van Gods geest verlost of bevrijdt van zijn vijanden, de demonen.
We bidden niet: Bevrijd mij van mijzelf, maar wel: Bevrijd mij van het kwaad of misschien toch beter gezegd: verlos mij van de boze, dit is satan!

We kunnen de inwerking van de demonen van zonde vergelijken met die van elektriciteit.
Als wij hiermee contact hebben, staan wij van hoofd tot voeten onder spanning.
Waar men ons ook aanraakt, zal men constateren dat er een kracht is die ons hele lichaam doortrekt.
Door ons contact staan wij onder invloed van de krachtcentrale die misschien honderden kilometers verderop staat.
Om van de spanning bevrijd te worden, moeten wij het contact verbreken, in geestelijke zin: een nieuw leven beginnen.
Maar de elektriciteit kan zo’n hoog voltage hebben dat wij dit zelf niet meer kunnen en iemand anders ons moet bevrijden of verlossen, dus losmaken.
Zo kunnen we bevrijd (verlost) worden van de (invloed van de) demonen die ons inspireren om te zondigen.

Bovennatuurlijke kracht met persoonlijkheid

Alleen hebben wij hier niet met een onzichtbare, natuurlijke kracht te doen, maar met een geestelijke, bovennatuurlijke kracht die tegelijkertijd een persoonlijkheid heeft.
We kunnen de inwerking van de demonen van zonde ook vergelijken met osmose.
Dit is het verschijnsel dat vloeistoffen of gassen door een gesloten wand kunnen dringen.
Zo nemen bijvoorbeeld plantencellen het water uit de grond op, waardoor ze stevig en elastisch worden.
Als de Bijbel zegt dat de hele wereld in het kwade ligt (zie 1 Johannes 5:19 NBG), dat is volledig omringd door demonen, hoeven we ons niet af te vragen in wat voor gevaarlijke situatie we leven.
Onophoudelijk proberen de demonen ons te infiltreren.
Iemand die aan een hoogspanningsnet werkt, doet dit niet zonder beveiliging.
De beschermende kleding en het veilige gereedschap werken isolerend tussen hem en de kracht van de elektriciteit.
Zo is het ook nodig dat een zoon van God zijn geestelijke wapenrusting draagt om stand te kunnen houden tegen de verleidingen en methoden van satan.
Want we hebben niet te vechten tegen de zichtbare vijanden van vlees en bloed, maar tegen de onzichtbare demonen in de geestelijke wereld (zie Efeziërs 6:10-18).

Voor onze geest geldt: Het is niet goed dat de mens alleen is (zie Genesis 2:18).
Het echte geestelijke huwelijk bestaat uit de gemeenschap van de geest van God met onze menselijke geest.
De basis van dit huwelijk is liefde in volledige vrijheid.
Als wij contact of gemeenschap met demonen hebben, is dit niet in een sfeer van vrijheid maar van dwang.
Let eens op hoe het beeld van de gemeenschap tussen God en de mens, namelijk het huwelijk tussen man en vrouw, na de zondeval verandert.
Dan is er geen gelijkheid en vrijheid meer tussen de partners, maar de man zal over de vrouw heersen (zie Genesis 3:16).

Waar het evangelie van Jezus Christus ingang vindt en er kennis is van de geestelijke wetten en de mens daardoor weer in de oorspronkelijke verhouding met God gebracht is, wordt ook de huwelijksrelatie hersteld.
Dan vervalt de overheersing door de man, want ook hiervan geldt dat dit vanaf het begin niet zo geweest is (zie Matteüs 19:8).