7. Teksten uit het oude testament over erfzonde
Genesis 8:21
Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, (NBG: het voortbrengsel van het hart van de mens) van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht.
Er staat niet dat wat het lichaam van de mens voortbrengt, dus zijn kinderen, slecht is, maar dat wat uit zijn hart komt, dus vanuit zijn innerlijke mens.
Er staat ook niet ‘van vóór zijn geboorte’, maar ‘van zijn jeugd aan’.
De verleiding van de mens door satan begint al vroeg.
Voor dit hartstochtelijke verlangen door de gevallen zonen van God naar de mens waarschuwt God Kaïn al in Genesis 4:7 met de woorden:
Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij.
Een baby heeft nog geen besef van geestelijke zaken of strijd in de geestelijke wereld.
Bij iemand die nog zo jong is kunnen we het nog niet hebben over wat de mens uitdenkt of het voortbrengsel van het hart van de mens.