Geest van God

2. De heilige geest

De doop in de heilige geest van God

De belofte van de Vader, het geschenk aan ons van zijn heilige geest, wordt verbonden met de woorden: Johannes doopte in water, maar binnenkort worden jullie gedoopt in de heilige geest (Handelingen 1:5).
Het is voor ons inzicht bijzonder verhelderend dat God over dit gebeuren spreekt als over een doop.
De leerlingen weten wat dopen inhoudt.
Bij de waterdoop van Johannes zijn zij aanwezig.
Dan komt ook nog de belofte van de doop in Gods geest.
De waterdoop is een zichtbare handeling in de zichtbare wereld, terwijl de doop in de heilige geest een onzichtbaar gebeuren is in de geestelijke wereld.

Daarom is het goed en nodig dat we ons een voorstelling kunnen maken van wat er in deze onzichtbare wereld (in ons innerlijk) dan met ons gebeurt.
Bij de waterdoop geeft iemand zich vrijwillig, omdat hij zich richt op het woord van God, over aan de doper.
Deze doopt hem in het water, waarbij hij (de te dopen persoon) helemaal onder water gaat.
Zo wordt de dopeling zinnebeeldig één gemaakt met de dood van Jezus Christus, waarna hij een nieuw leven mag gaan leiden (zie Romeinen 6:4).
De waterdoop heeft nog meer betekenissen; om je daarin te verdiepen kun je terecht op bijvoorbeeld de site Doop.
Hierop komen alle bijbelse facetten van deze handeling aan de orde.

Eenheid met God

Bij de doop in Gods geest geeft iemand zich, na zijn bekering en geloof in God, vrijwillig, vanuit zijn gerichtheid op het woord van God, over aan de doper, de Heer Jezus Christus (zie Matteüs 3:11).
Deze doopt hem in de heilige geest.
De dopeling wordt als het ware ‘ondergedompeld in’ en doordrenkt met deze geest, het levende water.
Met andere woorden: de geest van God verbindt zich ten volle met de geest van de mens.
Zó wordt de ‘dopeling’ één gemaakt of doordrenkt met de geest van God en krijgt hij de beschikking over zijn geestelijke krachten en begaafdheden.
Vergelijk hiermee Johannes 14:20, waar Jezus zegt:
Dan zul je begrijpen dat Ik in mijn Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben.

Onze eenheid met God is een feit!
Het is een zo belangrijke zaak dat alle vier evangelisten in hun verslaglegging Jezus nadrukkelijk noemen: de doper in de heilige geest.
Alleen Johannes noemt Jezus daarbij ook het Lam van God.
Merkwaardig … wij kennen Jezus vrijwel allemaal als het Lam van God, dat de zonde van de wereld en die van ons dus ook, wegneemt.
Maar, Jezus als doper in de heilige geest wordt door de meeste mensen niet als zodanig gekend, herkend en erkend.
Dit zou ons tot nadenken moeten stemmen.
Satan heeft blijkbaar de ogen van veel mensen weten te verblinden.
Zo heeft hij (de dief …), eerlijke en welwillende mensen de overvloed van het leven met Jezus ontnomen!

Deze verblinding door satan is niet per toeval.
Hij weet wat hij doet.
Hij weet dat zijn rijk en demonische werken pas goed en definitief overwonnen kunnen worden door hen die gedoopt zijn in Gods heilige geest.
En die steeds meer met deze geest vervuld worden.
Tegenover de geestelijke overheden, de demonen, tegen de machthebbers van de duisternis (zie Efeziërs 6:12) is alleen deze dynamische kracht van Jezus Christus opgewassen.
Maar wanneer de heilige geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen … (zie Handelingen 1:8).

Geen wet maar noodzaak

De raad van Jezus om te blijven wachten op het uitgieten van Gods geest is daarom zo belangrijk!
De doop in deze geest is niet een wenselijkheid.
Het is een onweerlegbare noodzakelijkheid!
Jezus weet welke opdracht zijn leerlingen hebben.
Ze staan tegenover de duistere werken van satan, om die te verbreken.
Hij spreekt met hen, in de dagen voor Pinksteren, uitvoerig over … al wat het koninkrijk van God betreft (zie Handelingen 1:3).

De doop in de heilige geest is een noodzakelijke voorwaarde om Jezus te kunnen volgen naar het doel zoals God dat met ons voor ogen heeft.

Als we net als Jezus door de Vader naar de wereld willen worden gezonden, zullen we ook deel (moeten) hebben aan zijn heerlijkheid of grootheid, te weten: de heilige geest (zie Johannes 17:22).
De doop in Gods geest is niet een ervaring van vergeving of verlossing, evenmin van blijdschap en vrede.
Uiteraard zijn die laatste er wel een gevolg van.
De doop in de geest is een voortdurende ervaring van geestelijke, dynamische Goddelijke kracht.
Deze ervaring van kracht is niet in de eerste plaats te merken in je gevoelsleven, hoewel dit uiteraard wel mee kan spelen.
Het is het ontvangen van Goddelijke kracht in de onzichtbare wereld.
Van daaruit zal dit zich in allerlei situaties in de zichtbare wereld manifesteren.

Omdat de doop in de geest een ‘onzichtbaar’ gebeuren is, heeft God, als blijk van het één worden van de heilige geest met jouw (menselijke) geest, een geestelijk teken gegeven in de zintuiglijk waarneembare wereld: het spreken van talen die door de geest van God worden geïnspireerd.
Deze ‘talen’ zijn uitingen van de heilige geest die we voor het eerst in Handelingen 2:4-11 tegenkomen.
Daar gaat het over een door deze geest geïnspireerd spreken van een voor de spreker onbekende taal.
Daarna begeleidt deze gave van ‘talen’ vaak de vervulling met Gods geest (zie bijvoorbeeld Handelingen 10:46:
… want ze hoorden hen geestelijke talen spreken en God prijzen
En 19:6:
daalde de heilige geest op hen neer, zodat ze geestelijke talen gingen spreken en profeteerden.

Onbegrepen woorden

Zoals blijkt uit 1 Korintiërs 14:2 heeft deze gave van ‘talen’ in het geloofsleven vooral de functie van een gebedstaal waarin men tot God bidt.
De inhoud van dit gebed wordt niet door de spreker of door de toehoorders begrepen, bepaalde gevallen uitgezonderd (hierover later meer).
Het meervoud ‘soorten van talen’ geeft aan dat het om meerdere talen gaat.
In de gemeente van Korinte wordt deze gave in het gemeentelijke samenzijn buitensporig hoog gewaardeerd.
Sommigen hebben helaas weinig oog voor het feit dat daardoor de andere gemeenteleden niet worden opgebouwd (immers: ‘tot welzijn van allen’).
Daarvoor is een andere gave nodig, namelijk ‘de vertaling van talen’.
Door deze gave wordt de inhoud van het in ‘talen’ gesprokene aan de gemeente uitgelegd (zie ook verderop).

Let wel, het gaat hierbij niet om een aangeleerde talenkennis, maar om openbaring door Gods geest van wat in ‘talen’ is gesproken.
Deze ‘talen’ worden ook wel aangeduid als ‘tongen’, wat gewoon een andere benaming hiervoor is.
Omdat dit woord bij sommige mensen minder prettige associaties oproept, gebruiken we in deze studie hiervoor het woord: ‘geestelijke talen’.
Dit zijn talen die door de geest van God worden geïnspireerd.
Handelingen 2:4:
… en zij werden allen vervuld met de heilige geest en begonnen (met) andere tongen (talen) te spreken, zoals de geest het hun gaf uit te spreken.
Dit kunnen zowel talen van mensen als van engelen zijn.
1 Korintiërs 13:1:
Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.

Hoewel het begrip ‘tongen’ in oudere Bijbelvertalingen voorkomt, roept het woord bij sommige mensen al gauw vreemde en extatische voorstellingen op.
Maar laten we liever onderzoeken wat God zélf erover heeft laten opschrijven in de Bijbel!
Aan het eind van deze studie komen we nog terug op een aantal van deze ‘vreemde voorstellingen’.
In het oude testament vinden we in enkele mensen wel alle andere uitingen van Gods geest, maar alleen het spreken in (van) geestelijke talen is het nieuwe aspect; het behoort bij de nieuwe situatie, bij het nieuwe testament!

Het kunnen spreken van geestelijke talen is dan ook hét teken van de doop in de heilige geest!
We mogen het niet omkeren, door te zeggen dat iemand die (nog) geen geestelijke talen spreekt, daarom niet gedoopt kan zijn in Gods geest.
We zullen ook hierin voorzichtig moeten zijn.
Er zijn gelovigen die blijk geven wél gedoopt te zijn in de geest, zonder geestelijke talen te kunnen spreken.
Maar dán zijn er belemmeringen.

Wel zullen we ons in eerste instantie hebben te houden aan wat de Bijbel ons te kennen geeft als normale ervaring.
Onder het hoofdstuk ‘Geestelijke talen’ zullen we ingaan op enkele belemmeringen waardoor het spreken hiervan niet tot een actieve functie komt.
Maar als nu in de praktijk blijkt dat er een enkele (onbijbelse) uitzondering is, mogen wij deze uitzondering uiteraard niet tot regel verheffen!

We zien dat de leerlingen van Jezus door de doop in de heilige geest kracht ontvangen tegenover het rijk van de demonie.
Nu kunnen ze effectief optreden tegen de destructieve machten en krachten van de duisternis!
Ook Jezus zelf treedt pas openlijk op tegen satan om zijn werken te verbreken, nadat Hij de heilige geest van de Vader ontvangen heeft.

Drie soorten doop

Laten we ons niet vergissen.
De schrijver van de brief aan de Hebreeën bepaalt ons bij de eerste beginselen, bij het geestelijke basisonderwijs.
Daarbij noemt hij de ‘leer van dopen’.
De Bijbel kent in feite drie soorten van doop:
de waterdoop (door onderdompeling in water);
de doop in Gods geest (door onderdompeling in het levende water);
de doop in vuur (de aanvallen door de demonen).
Deze drie dopen horen bij het fundament, de basis onder ons christelijke geloof.

Zonder dit fundament kunnen we geen goed en sterk geloofs- en levenshuis bouwen dat bestand is tegen de (geestelijke) stormen van deze tijd, tegen de zuigkracht van de zonde, tegen de ondermijnende activiteiten van de demonische machten!
De doop in de heilige geest kan ontvangen worden ‘door middel van’ of via handoplegging; in het boek Handelingen zien we dit een paar keer gebeuren.
Dit gebaar is een bijbelse bekrachtiging van geloof tot geloof.
We versterken elkaar hierdoor in het aannemen van de heilige geest, door geloof.
Zo maken we het moment van vragen en ontvangen tot een concreet moment.
Ook gebeurt het dat mensen in hun ‘binnenkamer’ Gods geest ontvangen.
Uitvoerige informatie over deze drie dopen kun je trouwens vinden op de bijgevoegde site Doop.

Bij de woorden – belofte en gave – ligt het accent op het initiatief van God.
Bij de doop en het vervuld worden ligt het accent tot initiatief bij óns (word gedoopt, word vervuld, ontvang).
Omdat we weten dat het naar de wil en het verlangen van God is, kunnen we ons actief overgeven aan God en van Hem zijn geest ontvangen.
Als dit op de Pinksterdag de 120 volgelingen van Jezus overkomt, blijkt dat de in Handelingen 1:5 toegezegde doop in de heilige geest een nauwe relatie heeft met de vervulling met deze geest, zoals staat in Handelingen 2:4.