2. De heilige geest
De vervulling met Gods geest
Bij het woord ‘vervulling’ wordt duidelijk dat het gaat om het gevuld, het vervuld worden van onze innerlijke mens als een tempel of woning van de heilige geest.
Zo wil God het ook.
God wil ook dat deze tempel vol (van Hem) zal worden en blijven.
Daarom lezen we de oproep aan de gemeenteleden in Efeze, die al in de geest gedoopt zíjn:
Word vervuld met de heilige geest.
Ook de leerlingen van Jezus blijken na de dag van het Pinksterfeest opnieuw, meerdere keren, vervuld te worden.
Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven en allen werden vervuld met de heilige geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God (Handelingen 4:31) en:
De achterblijvende leerlingen werden vervuld met vreugde en met de heilige geest (Handelingen 13:52).
Waar de Bijbel de eerste vervulling met de heilige geest beschrijft, gebruikt ze ook het woord doop.
Dit is dus de eerste keer dat iemand de geest van God als gave, als geschenk ontvangt.
Voor elke hernieuwde ervaring van het vol worden met (of: van) de heilige geest gebruiken de Bijbelschrijvers de uitdrukking ‘vervuld worden met (of: van)’.
Gelukkig is het dus niet zo dat we ons leven lang moeten teren op een enkele dierbare herinnering aan een eens ontvangen gave!
De Heer wil ons steeds opnieuw vervullen met zichzelf, met zijn persoonlijkheid, dus met zijn geest, nádat we deze gave ontvangen hebben.