10. Hindernissen
Demonische bruggenhoofden
Als we tot geloof in de Heer Jezus Christus komen, wijden we ons leven aan Hem toe.
We richten ons in onze gedachten, gevoelens, woorden en handelingen op Hem.
We nemen Hem aan als onze hersteller (heiland), voorganger (leidsman) en voltooier (voleinder) van ons geloof (zie onder andere 2 Petrus 2:20 en Hebreeën 12:2).
In de periode vóórdat we de weg waren opgegaan naar de voltooiing, het volkomen worden van ons geloof, hebben misschien velen van ons bewust of onbewust contact gehad met het rijk van de duisternis.
Dit kan onder andere veroorzaakt zijn door een of andere vorm van occultisme (magnetisme, hypnose, waarzeggerij, bindingen vanuit het voorgeslacht, het deelnemen aan heidense religies, yoga, mindfulness, hekserij, satanisme, enzovoort).
Niet een ieder van ons heeft, voordat hij ervoor kiest met de Heer te gaan leven, de bevrijdende kracht van de Heer ondervonden in het verbreken van die bindingen met het rijk van de duisternis.
Niet een ieder is bevrijd van de demonen die hij bewust of onbewust, gewild of ongewild in zijn leven heeft toegelaten of moeten toelaten.
Jammer!
Wat een ellende had ons bespaard kunnen blijven als we ‘bijtijds’ waren vrijgemaakt door de kracht van de heilige geest.
De duisternis remt ons af om verder te komen op de weg met de Heer, de weg van het licht!
Jezus vertelt zijn leerlingen dat demonen niet vanzelf van een mens wijken.
Hij geeft hun dan ook duidelijk de opdracht om deze machten van de duisternis uit te drijven, zoals Hij dat zelf ook voortdurend heeft gedaan.
Bij het zoeken naar de oorzaak van de remmingen blijkt dan vaak zo’n ‘overblijfsel’ uit het rijk van de duisternis hier debet aan te zijn.
Geen nood, je kunt beter laat dan nooit echt bevrijd worden.
Het is de liefde van God die deze dingen aan het licht laat komen.
Wanneer deze banden met de duisternis verbroken worden, blijkt de doorwerking van Gods geest geen probleem meer te zijn!