4. Inspiratie-uitingen
Geestelijke talen zijn een herkenningsteken
a) voor de gelovigen
Aan zeker één ding zullen de gelovigen herkenbaar zijn en dat is dat zij geestelijke talen kunnen spreken en dat ze demonen kunnen uitdrijven (zie Marcus 16:17).
Prijs de Heer, we hebben in ieder geval een teken, een herkenningspunt dat we horen bij hen die door de Heer genoemd worden: ‘gelovigen’.
Natuurlijk is dat niet het enige teken.
Maar let eens op deze opsomming van Marcus.
Het heeft allemaal te maken met de geestelijke werking van de geest van God in zijn volgelingen – dát zijn de tekenen!
b) voor de ongelovigen
Als ongelovigen een samenkomst van de gemeente bezoeken, zullen zij onder andere door het horen van de geestelijke talen een teken, een bewijs hebben van de onzichtbare en bijzondere aanwezigheid van de Heer.
Wel waarschuwt Paulus tegen een in de gemeente van Korinte voorkomende fout dat het daar onordelijk gebeurt.
We moeten niet ordeloos allemaal om het hardst door elkaar bidden, maar één voor één.
Het spreken van geestelijke talen is hét teken van de doop in en de inwoning van Gods heilige geest in de gelovigen en van een bijzondere werking van God in het midden van de gemeente (zie 1 Korintiërs 14:21 en 23).
c) voor God
De menselijke tong kán een moeilijk tembaar instrument zijn.
Soms wordt ze zelfs in vlam gezet door de hel.
De tong kán een onberekenbaar en dodelijk venijn zijn.
Zie in dit verband Jakobus 3:6 en 8.
Soms zegenen mensen ermee en soms (ver)vloeken ze ermee.
Jakobus zegt dat de tong te vergelijken is met een klein roer van een groot schip.
Wie dat roer kan hanteren, kan het schip wenden en keren waarheen hij maar wil.
Zo is het ook met de tong.
Wie zijn tong in toom houdt, is in staat zijn hele (geestelijke) lichaam in toom te houden, te beheersen.
Geweldig is het dat God nu, juist door de doop in en de vervulling met zijn heilige geest onze tong, ons spraakorgaan, onder zijn ‘controle’ brengt!
Zo maakt Hij ons duidelijk dat Hij ons in staat stelt ons levensschip, zowel in natuurlijk als in geestelijk opzicht, in een veilige koers te brengen en te houden.
Zo is het ook.
Laten we door de geest geleid leven (zie Galaten 5:16) – door ons spreken en handelen onder het bestuur van de heilige geest te stellen.
Het is goed hier een tekst naast te leggen uit Spreuken 18:20 en 21 en eens te vergelijken:
Als een mens iets goeds zegt, heeft hij een gevoel van welbehagen, hij voedt zich met de vruchten van zijn mond.
Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten.
Of zoals in de NBG-vertaling staat:
Van de vrucht van iemands mond wordt zijn binnenste verzadigd; hij verzadigt zich van de opbrengst van zijn lippen.
Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten.
Wat een perspectief voor het bidden in geestelijke talen.
Want daardoor bespreken wij ‘geheimen’ of verborgenheden met God.
Wat een voorrecht voor ons ‘gewone’ mensen!
Wij, die zelfs waarschijnlijk nog nooit met een minister (hoewel deze ‘dienaar’ is) of laat staan de koning hebben gepraat en ook al helemaal geen geheimen met hem hebben gedeeld, mogen dat wél doen met onze oneindig veel grotere God!
Als je daar nou eens goed over nadenkt …!
Ook bouwen we onszelf op, als we zo met God spreken.
En wie zou dat ook niet willen?
Toch onbegrijpelijk dat mensen, die zich serieuze gelovigen noemen, deze prachtige gave afwijzen (voor zichzelf), maar ook anderen beletten deze zegen van God te kunnen ervaren)!
Wie op de akker van de geest zaait, zal eeuwig leven oogsten (zie Galaten 6:8).
Nogmaals: wie wijst dit af?