6. Kracht-uitingen
Werkingen van krachten
Dit is de derde in de groep van de kracht-uitingen.
Het gaat hierbij om de dynamische energie vanuit God ten behoeve van ons.
Let ook weer op het dubbele meervoud; het omvat kennelijk een scala aan mogelijkheden waardoor God zijn kracht aan ons wil tonen.
Paulus bidt voor de gemeente in Efeziërs 1:19 dat zij zullen weten hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven.
Tot nu toe zijn onze gedachten rondom God en zijn koninkrijk misschien vaak beperkt gebleven.
Wat verwachten we eigenlijk (nog) van Hem?
Wat betreft ons geloof zijn we misschien hierin bijna niet (op)gevoed.
Ja, hoe zullen we ook geloven als het ons niet verteld wordt?
Het geloof is immers uit het hóren!
Romeinen 10:14:
Maar hoe kunnen ze Hem aanroepen als ze niet in Hem geloven?
En hoe kunnen ze in Hem geloven als ze niet over Hem hebben gehoord?
En hoe kunnen ze over Hem horen als Hij niet verkondigd wordt?
En vers 17:
Dus door te luisteren komt men tot geloof en wat men hoort is de verkondiging van Christus.
Christus wil zeggen: de Mensenzoon, gedoopt in en vervuld met Gods heilige geest.
Ons voorbeeld!
Werkingen van krachten:
Dit is niet: één of andere menselijke manifestatie van kracht.
Dit is niet: een paranormale begaafdheid tot het uitvoeren van krachttoeren.
Dit is een demonische zaak!
Werkingen van krachten:
Dit is wel: een uiting van Gods heilige geest, waardoor Hij ons deel laat hebben aan de opstandingskracht van Christus, aan zijn werkzame Goddelijke energie.
Dit is wel: een direct plaatsvindend wonder, een ingrijpende daad van God, via ons.
TOT WELZIJN
God wil ons, in moeilijke situaties, zijn hulp betonen.
Wij krijgen door middel van deze uiting van zijn geest de mogelijkheid van een krachtige weerstand tegen allerlei ‘rovende, dodende en vernietigende’ werkingen van satan.
In het leven van Jezus op aarde wordt dit vaak zichtbaar.
In de storm op het meer heeft Jezus én de werking van geloof én de werking van kracht.
In Nazareth spreekt Hij in de synagoge.
De menigte wordt woedend door zijn confronterende toespraak.
Ze sleuren Hem de synagoge uit, door de straten van de stad, tot buiten de poort, om Hem te vermoorden door Hem in de afgrond te storten!
Kun je zien, wie hier aan het werk is via ‘godsdienstige’ mensen …!
Dan werkt de gave van krachten in Jezus:
Maar Hij liep midden tussen hen door en vertrok (Lucas 4:30).
In het leven van Paulus wordt duidelijk hoe de krachtwerking van Gods geest zich openbaart.
Door een slang gebeten, schudt hij die van zich af en er gebeurt niets.
Door het wonder van Goddelijke kracht wordt het gif geneutraliseerd, tot grote verbazing van de andere aanwezigen.
In 2 Korintiërs 11 beschrijft Paulus wat hij voor vreselijke tegenstand van satan heeft ervaren:
gevangen gezeten, lijfstraffen ondergaan, in doodsgevaar geweest, gegeseld, met zweepslagen bewerkt, met stenen bekogeld, schipbreuk geleden, in gevaar door rovers, volksgenoten en vreemdelingen, bedreigd door rivieren, nachten zonder slaap, hongerig, verkleumd en dorstig, vaak zonder kleren, enzovoort.
In dit verband zegt God tegen Paulus: Mijn genade is je genoeg (zie 2 Korintiërs 12:9): de kracht van mijn geest in jou is voldoende om jou te ondersteunen en te beschermen.
De uiting van werkingen van krachten moet wel bijzonder goed gefunctioneerd hebben in zijn leven!
Anders zou hij dit alles niet hebben kunnen doorstaan!
Ook in het ‘geloofshoofdstuk’ van Hebreeën 11 wordt melding gemaakt van groot geloof en bijzondere krachtwerkingen.
STREEF NAAR DE UITINGEN VAN DE GEEST
Zonder enige aarzeling kan gesteld worden dat de doop in Gods heilige geest en zijn uitingen/gaven van vitaal belang en van een onmetelijke draagwijdte zijn!
Niet voor niets moeten de leerlingen van Jezus wachten met het eropuit trekken totdat ze deze belofte, deze gave, deze doop, deze vervulling hebben ontvangen.
Het is verbijsterend dat het satan gelukt is de gelovigen zo te verblinden dat zij de doop in de geest van God en zijn werkingen voor zichzelf en voor de gemeente niet (meer) nodig vinden (zie ook 1 Tessalonicenzen 5:19 en 20).
Zelfs wordt er in veel ‘christelijke’ kringen tégen (…) gewaarschuwd!
Maar laten wij ons, met alle liefde die we voor God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus hebben, met al onze energie en al onze kracht, met heel ons hart en onze ziel en met heel ons verstand uitstrekken naar de gaven en uitingen van Gods heilige geest.
Waarom?
Om ons te laten inschakelen door God tot welzijn en opbouw van onszelf én mede daardoor van de gemeente van Jezus Christus!
Alleen zó werken we mee aan de realisatie van het plan van God met ons en met de mensheid: de mens gelijkvormig aan Jezus Christus.