Alleen geestelijk te verklaren teksten
1 Petrus
1 Petrus 1:4,5
Er wacht jullie, die door Gods kracht worden beschermd omdat jullie geloven, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt.
Jullie zien de redding (het herstel) tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden.
Dán worden we erfgenaam van een geestelijke, hemelse erfenis, die eeuwig is, die puur en zuiver is en die nooit vergaat.
Deze erfenis ligt al klaar voor ons in de geestelijke wereld, wij moeten hem alleen nog tot ons eigendom maken door de liefde na te jagen en te streven naar de gaven van Gods geest.
Dit alles heeft niets te maken met een zichtbaar natuurlijk volk in het Midden-Oosten.
Dat kan ook niet, want het gaat om een hemelse erfenis, die van een onmetelijk hoger niveau is dan welke aardse heerlijkheid dan ook!
1 Petrus 1:12
Er werd hun geopenbaard dat deze boodschap niet voor henzelf bestemd was maar voor jullie en nu is deze boodschap jullie verkondigd door hen die jullie het evangelie hebben gebracht, gedreven door de heilige geest die vanuit de hemel werd gezonden.
Het zijn geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen.
Zoals al diverse keren aangegeven: de profeten uit het oude verbond profeteerden over de voor óns bestemde genade.
Die genade, die liefdegave van God voor alle mensen, is verder door de apostelen onder het nieuwe verbond aan ons bekendgemaakt.
Zij werden hierbij geïnspireerd door Gods heilige geest.
Die genade is zo immens in heerlijkheid, dat ook engelen daarnaar verlangen; zij zijn in het plan van God dienende geesten ten behoeve van ons, zijn gemeente.
Zij beschermen tegen het kwaad en zij brengen boodschappen van God over aan ons.
Zo zijn ook zij Gods medewerkers.
Zij zijn geschapen in dienst van God en de mensen die met God leven.
De oudtestamentische profeten profeteerden dus niet over een natuurlijk volk, een zichtbare stad, een aards (vader)land of een tastbare tempel, nee, over de genade die bestemd is voor de gemeente van Jezus Christus, het geestelijke volk van God.
1 Petrus 1:23
… als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord.
De leden van deze gemeente zijn dat niet omdat ze gelovige ouders hebben en daardoor in een kerkelijke organisatie zijn opgenomen.
Nee, zij zijn opnieuw geboren, ze zijn met hun geest overgezet van de aarde naar de hemel en ze leven daar nu als hemelburgers in het nieuwe Jeruzalem.
Een ander beeld: zij vormen samen het Lichaam van Christus, dat ook geen natuurlijk lichaam is maar een geestelijk.
Hun gedachten zijn bevrucht of geïnspireerd door het levende en blijvende woord van God: laat ons mensen maken naar ons beeld.
Zij volgen geen bepaalde aardse leer, maar ze volgen de leer met gezag van Jezus.
Ook zij streven naar het uitwerpen van demonen, het genezen van zieken, het bidden in door Gods geest geïnspireerde talen, naar de gave van profetie, van onderscheiding van geesten, van wijsheid, van kennis, enzovoort.
Ook zij streven naar het zichtbaar worden van de vrucht van de geest van God in hun leven, naar liefde, vrede, blijdschap, goedheid, vriendelijkheid, trouw, geduld, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Dáár houden zij zich in hun geloofsleven mee bezig en niet met de door leugengeesten geïnspireerde gedachte dat God nog een apart plan zou hebben met het natuurlijke volk van de Joden.
1 Petrus 2:5
… en laat jullie ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel.
Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.
Zij laten zich als levende, geestelijke stenen invoegen in de gemeente, het geestelijke huis van God.
Kan de Bijbel het nog duidelijker zeggen?
Het gaat erom dat we geestelijk ‘bouwmateriaal’ zijn voor de bouw van Gods geestelijke tempel!!
Zo worden wij heilige priesters om geestelijke offers te brengen.
Een offer is geen opoffering, maar iets wat we uit liefde aan iemand anders geven.
Wij brengen het offer van onze inzet voor de bouw van de gemeente, van de vrucht en de gaven van Gods geest, het offer van onze liefde voor God, voor Jezus Christus, voor onze broers en zussen in de gemeente, voor de naasten om ons heen.
Dát zijn de geestelijke offers waar God de Vader grote vreugde door ervaart en dat kan alleen doordat we vasthouden aan onze (komende) gelijkvormigheid aan Jezus Christus.
Dát is de enige leidraad in ons geloofsleven.
En niet het bestaan van een natuurlijk, ongelovig volk in het Midden-Oosten of welke andere uiterlijke zaak dan ook!
1 Petrus 2:6,7
In de Schrift staat immers: In Sion leg Ik een hoeksteen die Ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid; wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit.
Kostbaar is hij voor jullie, die erop vertrouwen.
Voor wie er niet op vertrouwen, geldt echter: De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden.
Sion is een beeld van Gods heilige geest, die werkzaam is in de gemeente van Jezus Christus.
Deze teksten sluiten aan bij het vorige vers dat erover gaat dat wij als levende stenen samen het huis van God vormen.
De kostbare hoeksteen van de gemeente is Jezus Christus, naar Wie wij ons kunnen richten met ons geloof.
We geloven niet zomaar wat, maar we hebben hierbij een duidelijk doel voor ogen: de gelijkvormigheid aan Jezus Christus, Hij is de basis en het doel van ons geloof.
Als we dát vasthouden, zullen we niet bedrogen uitkomen.
Dit kostbare geldt voor óns, de gemeente van Jezus Christus van alle tijden en plaatsen.
Dit is het meest waardevolle element van ons geloof, dit plan van God: mens te worden naar Jezus’ beeld en gelijkenis.
Wie dit niet accepteert, ergert zich hieraan en verwerpt voor zichzelf het plan van God.
En hij stoort zich aan mensen die wél geestelijk denken en die geen waarde hechten aan een aards volk Israël.
1 Petrus 2:9,10
Maar jullie zijn een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van Hem die jullie uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht.
Eens waren jullie geen volk, nu zijn jullie Gods volk; eens viel Gods ontferming jullie niet ten deel, nu wordt zijn ontferming jullie geschonken.
Kan het nóg duidelijker?
Want wij weten dat wij een door God uitgekozen volk zijn, een generatie van geestelijke koningen en priesters, een volk dat eigendom is van God.
Niet het volk Israël is een uitgekozen volk, maar wij zijn dat.
Het aardse volk was slechts een schaduwbeeld van het ware, geestelijke volk van God.
Het aardse volk en dan ook nog maar het overschot daarvan, had een tijdelijke functie, het geestelijke volk heeft een eeuwige taak.
Wíj mogen de grote daden van herstel verkondigen en realiseren, die ook Jezus gedaan heeft.
Hij is ons grote voorbeeld hoe wij de duisternis kunnen verdrijven door het licht en wel door de kracht van de geest van God in de gemeente.
Eerst hadden wij als ‘heidenen’ geen functie in dit plan van God, eerst waren wij niet Gods volk, maar was het overschot van de Joden dat.
Nu zijn wíj het volk van God, inclusief de gelovige Jood; wij vormen samen een geestelijke eenheid.