Geestelijk Israël

Alleen geestelijk te verklaren teksten

Johannes

Johannes 1:12,13

Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.
Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

Alle mensen die in een persoonlijke relatie met God gaan leven en die in de macht van Jezus geloven, worden in staat gesteld om, net als Hij, zonen van God te worden.
De macht van Jezus bestaat uit de liefde en de kracht die Hij kreeg door de doop in en de vervulling met Gods heilige geest.
Zoon van God zijn heeft niets te maken met natuurlijke afkomst, bijvoorbeeld van Abraham, maar of iemand uit God geboren, dus opnieuw geboren is of vernieuwd is geworden in zijn denken.
Dat word je als je geestelijk leert denken, vanuit het perspectief van Gods plan: de mens gelijkvormig aan Christus.
De schepping wacht met reikhalzend verlangen op deze zonen van God, die uit alle volken van alle tijden zijn voortgekomen of nog zullen voortkomen.

Johannes 3:3

Jezus zei: Waarachtig, Ik verzeker (zeg) jullie: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.

Je moet dus geestelijk inzicht hebben om te begrijpen wat het koninkrijk van God inhoudt en betekent.
Je moet daarom opnieuw geboren worden, maar niet door nogmaals de moederschoot in te gaan, maar door geboren of openbaar te worden in de geestelijke wereld.
Van daaruit moeten we denken en leven en niet vanuit de aarde.
Aardse wijsheid is ongeestelijk en kan zelfs door demonen geïnspireerd zijn, zegt Jakobus.
Aardse wijsheid die nog rekening houdt met een natuurlijk volk Israël verhindert een juiste blik op de geestelijke dimensie, die van het koninkrijk van God.
Aardsgericht denken legt een sluier over onze kennis van het plan van God.
Alleen ‘in Christus’ wordt deze sluier weggenomen, dat wil zeggen dat we inzicht krijgen in het plan van God.
We moeten dan ook ‘in Christus’ willen zijn, dus ernaar streven Hem gelijkvormig te worden.
Het is misschien wel mooi om te denken dat een heel volk (maar hoe?) behouden zal worden, maar oneindig grootser en geweldiger is het dat mensen bezig zijn met het realiseren van Gods plan in hun leven!
Daar gaat in feite een groot deel van de Bijbel direct of indirect over!
‘Van meet af aan’ heeft God dit plan bedacht!

Johannes 4:22-24

Jullie weten niet wat jullie vereren, maar wij weten dat wel; de redding (herstel, verlossing) komt immers van de Joden.
Maar er komt een tijd en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt in geest en in waarheid.
De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden,

want God is geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid.

De mensen uit Samaria hadden geen geestelijk inzicht, net als zoveel mensen nu.
Maar Jezus had zich dat inzicht wél verworven, want Hij was zijn leven lang al bezig met de dingen van zijn Vader.
In het oude testament ontdekte Hij wie God is.
Gelukkig had God door (het overschot van) het volk Israël zijn woord op aarde weten te bewaren, zodat Jezus zich die kennis eigen kon maken.
Het bewaren van het woord van God was één van de bestaansredenen van het volk Israël, naast het voortbrengen van de Messias.
Nadat dit gebeurd was, brak er een nieuwe tijd aan: de dag van de Heer.
Wie God nu serieus zoekt zal Hem vinden en wel in de geestelijk dimensie.
Hij is niet (meer symbolisch) te vatten in een zichtbare tempel of andere afbeelding: God is geest.
Als we Hem aanbidden, dus (vol ontzag en liefde) contact met Hem zoeken, zullen we dan ook daar moeten zijn waar Hij is.
In ons contact met God mogen we alles aan Hem voorleggen en met Hem bespreken, maar het uiteindelijke doel van dit alles is het verkrijgen van het geestelijke niveau van Jezus Christus.
Alleen dát is de waarheid, alleen dát is het plan van God met de mens, alleen dát is zinvol.
Alle andere vormen van religie zijn aardsgericht of zelfs demonisch, want ze zijn gebaseerd op leringen van mensen of demonen.
Zij brengen ons van de hemel weer terug op aarde …

Johannes 6:37

Iedereen die de Vader Mij geeft zal bij Mij komen en wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen …

Alles wat Jezus van de Vader gekregen heeft, zijn die mensen die een groot verlangen hebben naar de realisatie van Gods heerlijkheid in hun leven.
Dat is de hoogste vorm van religie of beter van: GODSdienst.
Alle religie die daar niet op gebaseerd is, is geïnspireerd door satan.
Door deze inspiratie wil satan ons hinderen in onze ontwikkeling tot zonen van God.
Hij heeft de hiel van de vrouw vermorzeld en dat kunnen we zien aan de zeer droevig stemmende ontwikkeling van de schijngemeente (valse kerk) in de afgelopen bijna twintig eeuwen.
De grote troef die satan hier steeds weer uitspeelt, is dat hij de gelovige mens uit de geestelijke wereld trekt en hem weer op aarde doet belanden.
Zo is de mens een natuurlijk gerichte religie gaan aanhangen, waardoor het zicht op God en zijn plan wordt vertroebeld (sluier over het denken) en satan zich kan verschuilen (wie gelooft er nog in die ‘middeleeuwse demonen’?).
Maar de gemeente zal satan zijn kop vermorzelen, dus zijn gedachten elimineren, door de waarheid van God weer te openbaren.
Vrijwel het hele boek Openbaring gaat over deze ontwikkeling van de echte versus de schijngemeente.
Veel gelovigen zijn verblind door de terugkeer van een (deel van het) natuurlijk volk naar een natuurlijk land.
Wie de Bijbel goed leest, zal ontdekken dat deze terugkeer aan geen enkele daarvoor in aanmerking komende (OT-)bijbelse ‘voorwaarde’ voldoet, namelijk het oprecht zoeken van God en zijn vergeving aanvaarden.
Jezus werpt niemand uit zijn koninkrijk, maar mensen gaan er zélf uit door vast te houden aan aardsgerichte leringen!

Johannes 8:23

Jezus vervolgde: Jullie zijn van beneden, Ik ben van boven; jullie horen bij deze wereld, Ik hoor niet bij deze wereld.

Dit is een bevestiging van het voorgaande vers, met de toelichting hierop.
‘Van beneden’ zijn we als we een bijzondere plaats in het plan van God toekennen aan een aards (en trouwens vrijwel geheel ongelovig en zeker onchristelijk!) volk.
‘Van boven’ zijn we als we gaan zien dat de gemeente het (geestelijke) lichaam van Christus is en dat zij als taak heeft de hele schepping te herstellen en velen tot volmaaktheid te brengen.
Aan ons de keus wat we (willen) geloven.
Als we ‘bij Jezus’ willen horen, zullen we dus vanuit ‘die andere wereld’ moeten denken en leven.
Hij is immers ‘van boven’!
Hij adviseert ons dan ook om de ‘dingen van boven’ te overdenken en niet die ‘van de aarde’.

Johannes 8:31

En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: Wanneer jullie bij (in) mijn woord blijven, zijn jullie werkelijk mijn leerlingen.

Er zijn dus ook Joden die niet in Hem geloven.
Zij blijven niet in zijn Woord en zij zijn dus ook geen leerlingen van Jezus.
Het grootste deel van het Joodse volk (van de afgelopen bijna twintig eeuwen) valt onder deze categorie mensen.
Het zou wel heel opmerkelijk zijn als dit volk dan als geheel volk behouden wordt.
Dit druist in tegen elke logica en voorwaarden die Jezus hieraan stelt en trouwens de hele Bijbel.
Als je niet gelooft in wat Jezus zegt over het plan van God, als je niet gelooft in het evangelie van Jezus Christus, als je niet gedoopt bent in Gods heilige geest, hoor je niet bij Hem.
Je mag dan wel in natuurlijk opzicht Abraham als voorvader hebben, maar dit heeft geen enkele betekenis in het koninkrijk van God.

Johannes 8:38,39

Ik spreek over wat Ik gezien heb bij de (míjn) Vader, jullie doen wat jullie gehoord hebben van júllie vader.
Onze vader is Abraham, zeiden ze.
Maar Jezus zei: Als jullie echt kinderen van Abraham zijn, zouden jullie moeten doen wat Abraham deed.

Als je hoort bij de echte nakomelingen van Abraham, leef je vanuit het geloof in de belofte (van de realisering van het plan van God in je leven).
En door te geloven in deze belofte, werd Abraham een zoon geboren.
Overgezet voor ons betekent dit dat we geloven dat de zonen (van God) geboren worden en dat wij daar bij mogen horen.
Dát is de belofte van God aan ons!
Abraham zag uit naar het geestelijke of hemelse Jeruzalem, waarvan God de ontwerper en bouwer is, de stad die (zoals in Openbaring staat) uit de hemel neerdaalt.
Deze stad bestaat uit een groot aantal (bij elkaar gevoegde) woningen, waarin God woont door zijn geest.
Dat is de gemeente van Jezus Christus van het nieuwe testament.
God woont niet in een zichtbare tempel, maar Hij woont in onze innerlijke mens, als wij gedoopt zijn in en doorgaand vervuld worden met zijn heilige geest.
Dat deze stad uit de hemel neerdaalt, betekent dat de zonen van God openbaar worden.
Als wij hierop gericht zijn in het koninkrijk van God en zó bezig zijn met het evangelie, dán zijn wij nakomelingen van Abraham, dus geestelijke Joden.
Dán zijn ook wij een woning van God in het hemelse Jeruzalem.
En in dit Jeruzalem wonen geen natuurlijke Joden, maar geestelijke.
Het geestelijke Israël!

Johannes 10:14-16

Ik ben de goede herder.
Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken.
Ik geef mijn leven voor de schapen.

Maar Ik heb ook nog andere schapen die niet uit deze schaapskooi komen.
Ook die moet Ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder.

Alleen het ‘overschot’ van het Joodse volk heeft altijd uitgezien naar de komst van de Messias.
Bij het ontstaan van de eerste gemeente in Jeruzalem worden duizenden van déze Joden bij de kudde van Jezus Christus gevoegd, bij de gemeente.
Jezus heeft oorspronkelijk twee soorten schapen: eerst de Jood.
Daarna schapen van een andere stal, namelijk op wie van toepassing is: eerst niet Gods volk, nu (ook) Gods volk: de ‘Griek’ of alle andere volken.
Samen worden ze één kudde, met één herder.
Er is dus geen verschil meer tussen beide categorieën ‘schapen’, in geestelijk opzicht zijn ze voor God gelijk.
Waarom zouden wij, mensen, dan aan het (natuurlijke) Joodse volk nog een aparte plaats in (de uitvoering van) het plan van God toebedelen?
De Bijbel geeft daarvoor nergens ook maar enige aanwijzing, aanleiding of reden!
Wij moeten het toch niet beter willen weten dan Jezus …?

Johannes 12:15

Vrees niet, (dochter van) Sion, je koning is in aantocht en Hij zit op een ezelsveulen.

De dochter van Sion is niet het aardse volk Israël, want Jezus is niet de koning van een zichtbaar volk, maar van een geestelijk.
Mijn koninkrijk is niet van deze wereld, zegt Jezus.
De dochter van Sion is dus een beeld van een geestelijke werkelijkheid, namelijk van de gemeente van Christus waarin Gods geest de ruimte heeft om te werken.
De dochter van Sion dankt haar bestaan aan deze Goddelijke geest, zij is uit God voortgekomen (immers: een dochter van …).
Haar koning komt, Hij wordt zichtbaar in haar: de zonen van God worden openbaar!
Ook hier zien we de geestelijke werkelijkheid weergegeven in een zichtbaar beeld.
Jezus kwam inderdaad op een ezeltje aanrijden, daarmee aangevend dat voor Hem het natuurlijke volstrekt niet belangrijk was.
Als zijn koninkrijk niet van deze (zichtbare) wereld is, waarom zijn er dan mensen die geloven dat een zichtbaar, natuurlijk volk er nog toe doet in het plan van God?

Johannes 12:26

Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden.

Jezus volgen kan alleen maar op de plaats waar Hij nú is; daarom zoeken wij de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn.
In zijn voetsporen treden in het land Palestina is dan ook volstrekt zinloos en dat vraagt Jezus ook helemaal niet van ons.
Daarom zijn wij ook geen ‘heilige-landlopers’!
Jezus dienen is doen wat Hij van ons vraagt om te doen.
Jezus schrijft ons geen wetten voor, maar Hij geeft ons adviezen over wat we het beste kunnen doen om zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren in Gods plan.
Daarvoor geeft Hij ons ook een volmacht: In mijn naam zullen jullie zieken genezen, nieuwe talen spreken, demonen uitdrijven en zelfs doden opwekken.
In zijn naam, of namens Hem mogen wij ook de handen leggen op mensen voor de doop in de geest van God.
Deze Goddelijke geest is de plaatsvervanger van Jezus op aarde (en dus niet de Paus …), door Hem kunnen we de volmacht van Jezus aan ons realiseren.
Zo zullen wij de Vader eren.
De eer en het geluk van ouders is dat hun kinderen gelukkig zijn en goed in de maatschappij kunnen meekomen.
De eer van God, onze Vader, is dat wij meer en meer gelijkvormig worden aan Jezus Christus en op die manier zijn plan helpen tot uitvoering te brengen.
Een natuurlijk volk kan zo’n onmetelijk belangrijke taak nooit en te nimmer uitvoeren.
Allen een geestelijk volk kan dit.

Johannes 14:2,3

In het huis van mijn Vader zijn veel kamers (woningen); zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken?
Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug.
Dan zal Ik jullie met me meenemen en dan zullen jullie zijn waar Ik ben.

Die vele woningen zijn wij, want God woont in ons door zijn geest, tenminste als wij gedoopt zijn in deze heilige geest van God en er steeds meer mee vervuld worden.
Jezus bereidt ons een plaats in Gods koninkrijk doordat Hij ons doopt in Gods geest.
Door deze geest kunnen wij (vernieuwd) denken, leven en functioneren in de geestelijke wereld.
We zien daar wie onze vrienden en onze vijanden zijn; we kunnen de dingen achter de dingen zien.
De gemeente wordt als een geestelijke stad gevormd door de samenvoeging van die vele woningen en hierbij is geen sprake van (de rol van) een natuurlijk volk.
God heeft geen twee volken, Hij heeft maar één gemeente die die ene stad vormt: het hemelse Jeruzalem.
Als we daarin onze woning hebben (of beter: een woning zijn), dan zijn we waar Jezus is, in het koninkrijk van God.

Johannes 14:21

Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief.
Wie Mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en Mij ontvangen en Ik zal mij aan hem bekendmaken
(openbaren).

Voor alle mensen van alle tijden en plaatsen geldt: Heb je naaste lief als jezelf en God boven alles.
Dát is het enige wat Jezus van ons vraagt en daarom zijn alle uiterlijke religieuze vormen en voorschriften zinloos, ja zelfs gevaarlijk (‘aardse, demonische wijsheid’).
Uiterlijke zaken leiden ons af van de geestelijke werkelijkheid, zij leggen een sluier over ons denken.
Als we ons blind (…) staren op een natuurlijk (ongeestelijk en ongelovig) volk, dan worden we misleid en verblind, dan houden we ons niet meer of te weinig bezig met de realisatie van het koninkrijk van God in ons eigen leven.
Dan gaat dat weer buiten ons om, want ‘God heeft toch een plan met de Joden …?’
Hoofdzaak is dat we Jezus liefhebben door te doen wat Hij van ons vraagt en dat is: aan Hem gelijkvormig worden!
Als we daarnaar streven, ons hele leven daarop instellen, dan kan de Vader zijn liefde (door zijn heilige geest) aan ons kwijt.
Dan kan Jezus zich aan ons openbaren, dus laten zien wie Hij werkelijk is, zodat we ons op zijn (voor-) beeld kunnen richten.

Johannes 18:36

Jezus antwoordde: Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld.
Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat Ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.

Omdat Jezus een geestelijk koninkrijk heeft, vechten zijn leerlingen niet met zichtbare wapens.
Onze strijd is in de ‘hemelse gewesten’, waar we niet te vechten hebben tegen vlees en bloed, maar tegen de demonen.
Dáár moet dan ook onze aandacht op gericht zijn en niet op een aards volk of een zichtbare organisatie.
Waar religie zich richt op het uiterlijke, wordt een schijnreligie geboren, want God is geest en wie in contact met Hem wil leven, kan dat alleen doen vanuit geestelijk perspectief.
Waar onze aandacht wordt gericht op of bezig wordt gehouden door zichtbare zaken, bijvoorbeeld een aards volk Israël, verliezen we het contact met God.
We verliezen dan ook het verlangen om zijn plan in ons leven uit te werken: het gelijkvormig worden aan Christus.