Fundament van de gemeente
Die gemeente bestaat uit de gelovigen uit alle volken van alle tijden en plaatsen, die het fundament van het geloof in hun leven gelegd hebben en die ernaar streven gelijkvormig te worden aan Jezus Christus.
Dit fundament (zie Hebreeën 6:1 en 2) bestaat uit:
- zich bekeren, een nieuw leven beginnen of zich afkeren van daden die naar de dood leiden (is: alles wat van God afleidt en dus geen echt leven geeft);
- geloof in God (is: kennis hebben van zijn wezen en plan en hiervoor en hierdoor bezield raken en blijven);
- leer van dopen (doop in water en doop in Gods heilige geest – in de grondtekst staat dopen als een meervoud van het zelfstandige naamwoord doop);
- handoplegging (bij genezing van zieken, bevrijding van gebonden mensen en het overdragen van de liefdevolle gaven van God);
- opstanding van de doden (geloven in de mogelijkheid om door de kracht en de liefde van Gods geest voor eeuwig met God te leven en zo geen slachtoffer te zijn of te worden van de doodsmacht);
- het laatste of een eeuwig oordeel (dit is de totale uiteindelijke scheiding tussen goed en kwaad, tussen licht en duisternis, die plaatsvindt in de ‘laatste tijd’ en waarbij de gemeente, samen met Jezus Christus, haar Hoofd, een cruciale rol speelt!).