God enkel licht

God enkel licht

Deze titel is gebaseerd op wat Johannes opmaakt uit wat Jezus zelf gezegd heeft, namelijk dat God puur licht is en dat in Hem totaal geen duisternis is.
Mogen we deze uitspraak verabsoluteren en afzetten tegen teksten waarin God wordt afgeschilderd als een God die zich wreekt, die vele duizenden (onschuldige) mensen ombrengt, die ziek maakt en allerlei andere soorten ellende over mensen uitstort?
Binnen het christendom een blijkbaar nogal controversieel onderwerp!

Is God verdeeld?

Wordt ons denken over God en wat we van Hem geloven vooral niet bepaald door wat we in de Bijbel over Hem lezen?
Daarin zien we dat God liefde is en dat er in Hem absoluut geen duisternis is.
Maar ook komen er, in flagrante tegenspraak hiermee, op diverse plaatsen, vrij zacht uitgedrukt, nogal ‘minder liefdevolle’ uitingen van Hem voor.
Zo lijkt God in zijn wezen niet altijd één te zijn maar ook verdeeld, lijkt Hij voor een deel licht en voor een deel duisternis te zijn.
Over satan, Gods tegenstander, lezen we slechts wat duister is, want er is absoluut geen licht in hem en daarom kan hij niets goeds bedenken of doen.

Licht of duisternis

Voor alle duidelijkheid moeten we eerst weten wat de begrippen licht en duisternis, gezien vanuit de Bijbel, inhouden.
Licht is met name verbonden met liefde, vrede, blijdschap en gerechtigheid, begrippen die kenmerkend zijn voor het koninkrijk van God en de vrucht van Gods geest, hoewel die nog rijker van samenstelling is.
Duisternis is eenvoudigweg alles wat daaraan tegengesteld is.
Zoals in het zichtbare geen samengaan van licht en duisternis mogelijk is, zo ook en vooral geestelijk niet.
We kunnen niet én in het licht én tegelijk in de duisternis leven, niet een zondaar en ook een rechtvaardige zijn, niet tegelijk goed zijn en slecht, kortom we kunnen niet met God verbonden zijn en tegelijkertijd onder de heerschappij van satan leven.

Duisternis die aan God wordt toegeschreven

Hier volgt een (niet volledig) overzicht van ‘duistere zaken’ die in de Bijbel aan God worden toegeschreven.
Er staat in de Bijbel over God dat Hij mensen ziek maakt, veel mensen heeft laten doden of zelfs dat zelf ook gedaan heeft, dat het vreselijk is om in zijn handen te vallen, dat Hij toornt, tuchtigt en straft, de ene mens verkiest boven de andere, jaloers kan zijn, mensen voor eeuwig verwijst naar de buitenste duisternis, dat Hij niet met Zich laat spotten, een verterend vuur is, dat Hij dwalingen zendt, door mensen verbitterd kan worden, dat Hij vuur of dodelijke hagelstenen op mensen laat neerdalen, de wereld (met daarin miljoenen mensen?) voor de zondvloed niet gespaard heeft en de steden Sodom, Gomorra, Jericho en nog andere heeft laten verwoesten en hun vele (onschuldige) inwoners genadeloos heeft laten ombrengen, enz., enz.
Als we dit zo lezen, zouden we wat hier staat niet eerder aan satan toeschrijven, want hij is immers de mensenmoordenaar vanaf het begin van de schepping?

Verwrongen Godsbeeld

Zo hebben we per saldo een situatie waarin we een God hebben die liefde en puur licht is, maar die ook duistere werken doet, zelfs vergelijkbaar met die van satan.
We hebben dan een (G)god met twee gezichten, dus met een soort dubbele of gespleten persoonlijkheid.
En als we hierbij ook nog eens aan satan, die absoluut duisternis is, een plek moeten geven in onze geloofsvisie, dan wordt het nog ingewikkelder.
Is het dan vreemd dat de meeste christenen een verwrongen Godsbeeld hebben, waarbij in hun denkwereld satan buiten schot blijft als dé bron of oorzaak van alle duisternis?
Stel dat je een G(g)od zou hebben die aan de ene kant liefdevol is, die je zonden vergeeft, je redt en geneest en je bovendien wil vervullen met zijn geest, maar die tegelijk een wrede god is die ook geweld ten opzichte van jou niet zou schuwen?
Zou je zo’n G(g)od kunnen vertrouwen, liefhebben, dienen en aanbidden?
Zou je niet bang voor hem zijn omdat je met hem eigenlijk nooit precies weet waar je aan toe bent?
Die je soms helpt en je zijn liefde laat ervaren, maar die je ook aanklaagt, met zijn aantekenboekje klaar staat om je zonden te noteren en bij wie je nooit zeker bent of je het hem naar zijn zin kunt maken?
Voor wie je van alles en nog wat moet doen en laten om hem te behagen, door zijn wetten en regels op te volgen, maar voor wie het eigenlijk nooit genoeg is?

Als God enkel licht zou zijn

Maar stel dat we nou toch een God hebben die enkel licht is, dus in wie absoluut geen duisternis is.
De Bijbel zegt duidelijk dat God één is en dat de demonen daarom voor Hem sidderen.
Dat laat al zien dat zij in Hem geen enkel aanknopingspunt kunnen vinden, maar als duisternis zijn die wegvlucht voor licht.
Stel verder dat we (dus) een God hebben die niet doodt, niet straft en niemand verzoekt, die nooit boos wordt, die uitsluitend liefde is, die niet veroordeelt of verwijt en niet aanklaagt, kortom die op geen enkele manier gelinkt kan worden aan werk en wezen van satan.
Een God die als de zon is die altijd schijnt voor alle mensen en die vol liefde God wil zijn voor ieder mens, hoe minderwaardig en slecht hij zich ook mag voelen!
Die als de vader is uit de vergelijking van de ‘verloren zoon’ met zijn onvoorwaardelijke liefde voor zijn kind en zijn totaal niet-verwijtende of aanklagende instelling.
Zou het niet een onvoorstelbare verademing zijn om zo’n liefdevolle hemelse Vader te hebben?

Maar zonde moet toch bestraft worden?

God straft de mens niet, want hiervoor zal Hij een of andere vorm van duisternis moeten gebruiken, bijvoorbeeld ziekte, geweld of andere soorten van ellende.
Als we zondigen, straft Gód niet, maar worden we direct door satan ‘negatief beloond’ en wel met schuldgevoel, minderwaardigheidsgevoelens, aanklacht, somberheid en meer van zijn duistere klimaat.
Het loon of het gevolg van de zonde is de dood, dit is het gescheiden zijn van God, de Bron van het leven.
Als we er zelf voor kiezen om te zondigen, plaatsen we onszelf vanuit het licht, dit is leven in contact met God, over naar de duisternis, dit is het ondergaan van het klimaat van de dood.
We durven dan ook niet meer in Gods nabijheid te komen en zo krijgt satan alle kans ons in zo’n situatie aan te klagen en zijn negatieve sfeer op ons te leggen.
Maar als we de duisternis in onszelf opruimen door te geloven in de schuldvergeving door Jezus Christus en, waar nodig, het met mensen weer goedmaken en de zonde nalaten, komen we weer in het licht te staan en wordt onze verbinding met God hersteld.
We zien dat bij dit alles onze eigen keuzes van het grootste belang zijn.

God alles in allen

Onze God is ten diepste anders dan alle andere ‘goden’, van wie mensen denken dat ze deze moeten behagen of tevredenstellen en aan wie ze daarom voortdurend van alles en nog wat (moeten) offeren.
Misschien leeft deze gedachte ook nog wel bij gelovigen ten opzichte van onze God?
Satan is puur duisternis en hij probeert vooral door verleiding, misleiding en intimidatie de mens van Gods troon af te houden.
Maar samen met God kunnen we altijd overwinnaar zijn op alles wat vanuit het rijk van de duisternis, van onze tegenstander, op ons afkomt.
Want doordat wij, als het goed is, vervuld zijn met Gods geest is zijn liefde in ons uitgestort en kunnen ook de geestelijke gaven in ons functioneren, mede om de lijdende mensheid te herstellen naar geest, ziel en lichaam; Jezus is de eerste (mens) geweest die dit alles in zijn leven op aarde toegepast heeft en Hij is dan ook hierin ons grote voorbeeld.
Door te groeien in ons geloof door de werking van Gods woord en geest in ons in liefde en gaven, kunnen wij gelijkvormig worden aan Jezus Christus, zodat God uiteindelijk ‘alles in allen’ kan worden.
Zo kunnen ook wij vol liefde en licht vanbinnen zijn en, volledig in overeenstemming met zijn plan, ‘op God gaan gelijken.’
Dát is immers het einddoel van ons geloof en daarmee ook ons eigen hoogste levensdoel!