Openbaring

Openbaring 1:4
De gemeente van alle tijden en plaatsen

Van Johannes, aan de zeven gemeenten in Asia.
Genade zij jullie en vrede van Hem die is, die was en die komt en van de zeven geesten voor zijn troon …

Johannes aan de zeven gemeenten de (zijnde) in Asia: genade (zij) aan jullie en vrede van de Zijnde en de (gene die) Was en de Komende en van de zeven geesten die zijn voor het aangezicht van de troon van Hem.

Symbool van de gemeente

Als beeld van de gemeente van alle tijden en plaatsen worden de zeven gemeenten in Klein-Azië genomen, nu het Aziatische deel van Turkije.
Zij zijn het symbool van de gemeente van Jezus Christus, zoals deze door de eeuwen heen te herkennen is.
Al vanaf haar ontstaan heeft deze gemeente te maken met de verleiding, de infiltratie en de onderdrukking door de demonen.
Het boek Openbaring is dus bestemd voor de gemeenten, zoals dit vers aangeeft.

Ook in 22:16 zien we ditzelfde, want Jezus zegt hier:
Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten.
Hier zien we weer het kader waarin de Openbaring ‘verpakt’ is: dit boek is bestemd voor de gemeenten.
En die bestaan uit gelovigen die zich (willen) verdiepen in het woord van God en ook vervuld zijn met Gods geest.
Wie niet met hart en ziel deze Openbaring wil overdenken, zal deze ook nooit begrijpen en er dus geen voordeel van hebben.

Basis en doel van de gemeente

Dan volgt een groet van Johannes, waarmee hij de lezers en hoorders genade (= liefde van God) en vrede toewenst.
Hierdoor wijst hij op de schuldvergeving en de vrede met God, die samen de basis vormen van het leven en de ontwikkeling van de gemeenten.
De Vader geeft ons deze genade en vrede als ‘loon’ op het werk van Jezus Christus in relatie tot het herstelplan van God.
Daarna werkt de geest van God deze dingen, met daarbij ook onze eigen inzet, verder uit in ons leven.

De Vader wordt hier genoemd met de naam: ‘Die is, die was en die komt’.
‘Die is en die was’ wijst op zijn eeuwige en onveranderlijke bestaan en wezen en ‘die komt’ op zijn verhouding tot de mens.
Hij komt door zijn woord om onze zonden te vergeven, om ons te redden uit de macht van de duisternis door ons vrij te maken van de (invloed van de) demonen.
Hij komt door zijn geest aan ons te geven, om zo in onze innerlijke mens te ‘wonen’, zodat we deel kunnen krijgen aan de ‘Goddelijke natuur’.
Hij komt in of met de gemeente van Jezus Christus, uitgebeeld door ‘wolken’, om door haar opnieuw en volledig herstel op de aarde te brengen.
Zo blijft Hij ‘komende’, tot Hij alles in allen zal zijn (zie 1 Korintiërs 15:28 NBG).

De zeven geesten van God worden over de hele aarde gestuurd (zie 5:6).
Zij zijn symbool van de heilige geest van God en zij bieden krachtige hulp aan de zeven gemeenten.
2 Kronieken 16:9:
De Heer laat immers voortdurend zijn ogen over de aarde rondgaan en biedt iedereen (krachtige) hulp die Hem met heel zijn hart is toegedaan.