Openbaring 12:2
Verlangen naar de zonen van God
Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood.
En in (de) buik hebbende, zij roept barensweeën hebbende en gepijnigd wordende (om te) baren.
Gods zonen worden openbaar
In de gemeente van de laatste tijd komt nog een bijzondere werking van Gods heilige geest.
Deze kracht is nu al bezig in de gemeente, maar nog niet altijd duidelijk en overal goed waarneembaar.
De luister (of grootsheid of majesteit) van God is bezig zichtbaar te worden, want de vrouw is zwanger; het is een ontwikkelingsproces.
Daarom geldt voor deze laatste tijd dat God zijn geest zal uitstorten op alle mensen.
Uiteraard alleen op die mensen die in Hem en in zijn woord geloven en daarnaar (willen) leven.
Deze uitstorting van het water dat leven geeft, het levende water, of de najaarsregen zal het graan volledig rijp laten worden.
Het gaat hier om een machtig werk van God.
In zijn toespraak op de Pinksterdag zegt Petrus: … dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël.
Dit is het!
Zoals al meerdere keren eerder aangegeven: naar dit geboren worden of tevoorschijn komen van de zonen van God ziet de lijdende schepping met groot verlangen (reikhalzend!) uit (zie Romeinen 8:19).
De hemellichamen waarop nergens leven is, staan niet onder de vloek of de invloed van de duivel, maar:
Vervloekt is de akker (of: aardbodem) om wat jij (Adam) hebt gedaan (zie Genesis 3:17).
Dus niet de levenloze schepping, maar alleen wat leeft zucht onder de pressie van het rijk van de duisternis.
Maar deze vloek zal worden opgeheven en er zullen tijden van verkwikking en verademing komen.
God is inderdaad rechtvaardig: Hij zal uw onderdrukkers straffen met onderdrukking
en u, die nu onderdrukt wordt, samen met ons van alle last bevrijden wanneer Jezus, de Heer, vanuit de hemel verschijnt (2 Tessalonicenzen 1:6-7 ged.).
Jezus Christus verschijnt in hen die zijn evangelie geloven, dus in zijn gemeente.
2 Tessalonicenzen 1:10a NBG:
… wanneer Hij komt, om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en met verbazing aanschouwd te worden in allen, die tot geloof gekomen zijn.
Door lijden tot heerlijkheid
De vrouw lijdt erg bij het baren van de zoon.
Want onder zware pressie en hevige tegenstand streeft ze naar het doel van God.
Dit doet zij bovenal door de liefde van God na te jagen en de gaven van zijn geest in haar midden te ontwikkelen (zie 1 Korintiërs 14:1).
Ze hunkert naar herstel en zuiverheid en naar nog meer openbaring van God, waardoor ze zijn volle luister in zich kan laten toenemen en tevoorschijn kan laten komen.
Daarbij grijpt ze de hand van Jezus, zoals een vrouw die van haar man, als de weeën beginnen.
Ze roept het uit:
Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander (zie Lucas 18:3).
Petrus schrijft in 1 Petrus 4:12 en 17:
Lieve broers en zussen, wees niet verbaasd over de vuurproef die jullie ondergaan; er overkomt jullie niets uitzonderlijks.
Besef goed dat de tijd van het oordeel is aangebroken.
Dat oordeel begint bij Gods eigen mensen.
Als het bij ons begint, hoe zal het dan aflopen met hen die weigeren het evangelie van God te aanvaarden?
Oordeel is de totale en definitieve scheiding tussen goed en kwaad.
De demonen proberen de vrouw angst aan te jagen en ze brengen haar in grote nood.
Maar zij zet door in haar gevecht tegen de duisternis.
Zij staat vast op de beloften die in het woord van God gegeven zijn.
Bij het voortbrengen van de Messias door het oude verbondsvolk komt de profetie uit:
Nog voor Sion weeën heeft, moet ze bevallen;
voor de barensnood over haar komt,
brengt ze een zoon ter wereld.
Voor het geestelijke Israël in de begintijd van de gemeente geldt:
Maar Sion baart haar kinderen
terwijl de weeën net begonnen zijn (zie Jesaja 66:7-8).
Maar van het volk van God in de laatste tijd staat geschreven dat zij het uitschreeuwt in haar weeën en haar barensnood.
De vrouw baart dan ook een zoon, een man.