Openbaring 13:1b-2
Wereld- en levensbeschouwingen
Het had tien horens en zeven koppen; het had een kroon op elke horen en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen.
Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw.
De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over.
… hebbende koppen zeven en horens tien en op de horens van hem tien diademen en op de koppen van hem (een) naam van (gods)lastering.
En het beest dat ik zag was gelijkend op (een) panter en de voeten van hem als van (een) beer en (de) bek van (een) leeuw.
En gaf hem de draak de kracht van hem en de troon van hem en (vol)macht grote.
Het beest uit de zee is een sterke geestelijke macht uit de afgrond.
Op deze geest met zijn zeven koppen is de schijngemeente gebaseerd doordat hij haar heeft kunnen doordrenken met zijn denkwereld.
Via de schijngemeente heeft hij ook invloed op het politieke, culturele en economische leven.
Voor Johannes is het geestelijke primair, maar toch legt hij een relatie tussen het beest en ideologieën van wereldrijken.
Daarbij sluit hij aan bij het visioen dat Daniël ‘s nachts krijgt en dat hij beschrijft in Daniël 7.
Daniël ziet daar vier wereldmachten opkomen en ondergaan om plaats te maken voor het koninkrijk van Jezus Christus.
Deze vier rijken zijn er nog niet in de tijd van Daniël, want in Daniël 7:17 is er sprake van vier koningen die uit de aarde zullen opkomen.
Het laatste wereldrijk is dat van de antichrist.
En in Daniël 7:12 staat dat de drie voorafgaande rijken tijdens het laatste wereldrijk nog zullen bestaan en dit zelfs zullen overleven.
Na de ondergang van het vierde dier wordt voorspeld:
De andere dieren werd wel hun macht ontnomen, maar hun werd nog enige tijd van leven gegund (vers 12).
Niet-religieuze wereldbeschouwingen
We kunnen zien dat deze vier dieren uit de grote zee opkomen (vers 3), maar in de uitleg van het visioen staat:
Die grote dieren, vier in getal, duiden op vier koningen die uit de aarde zullen opkomen (vers 17).
Dit zijn dus geen gewone koninkrijken, maar zij danken hun ontstaan aan de aardsgerichte wereld.
Het zijn rijken die hun basis vinden in wereld- en levensbeschouwingen.
In onze tijd kennen we bijvoorbeeld staten die gefundeerd zijn op de doctrines van het communisme, socialisme en kapitalisme.
En weer andere die geregeerd worden volgens de wetten van de democratie
Zo is Duitsland overheerst geweest door het nationaal-socialisme, de levensbeschouwing die uitgaat van de superioriteit van ras, bloed en bodem.
De (voormalige) Sovjet-Unie, China en andere landen hebben tientallen jaren lang geleden onder (of deels nu nog) de leer van het communisme, dat stelt dat alle mensen gelijk zijn.
In de praktijk blijken dictators gretig gebruik te maken van deze doctrines om hun absolute tirannieke macht te vestigen en hun gruwelijke werk van onderdrukking uit te voeren.
De westerse wereld ligt onder beslag van het kapitalisme dat uitgaat van de hebzucht van de mens en waardoor ook grote aantallen mensen in ellende terechtkomen.
We begrijpen allemaal dat dit rijken zijn die op heel andere principes gefundeerd zijn dan bijvoorbeeld die van Nebukadnezar, Alexander de Grote, Napoleon of de Russische tsaren.
We laten hier buiten beschouwing de honderden rijken en vorstendommen die er verder nog in de wereld zijn (geweest) en die hun basis vinden in de daar heersende religies.
In Daniël 7 lijkt het eerste dier dat opkomt op een leeuw, het tweede op een beer en het derde op een panter.
Aan deze dieren zien we verschillende wetteloze dingen, onder andere: (adelaars)vleugels en vier koppen.
Maar het vierde dier is helemaal angstaanjagend en afschrikwekkend in zijn totale wetteloosheid.
Drie dingen van dit dier vallen Daniël vooral op: zijn ijzeren tanden en bronzen klauwen en de tien horens op zijn kop (zie verzen 19 en 20).
Als Johannes het beest uit de zee ziet opkomen, ziet hij een soortgelijk vreselijk monster.
Ook valt hem de muil op en hij ziet dat deze lijkt op die van een leeuw.
Hij ziet ook dat de poten lijken op die van een beer en tenslotte doet het lichaam van dit wetteloze gedrocht hem denken aan een panter.
Fundament van de schijngemeente
Johannes ziet uit de zee, de geestelijke wereld, de geest van de antichrist opkomen met zeven koppen.
Het zijn juist deze zeven koppen waarop de schijngemeente gebaseerd is.
Daniël ziet maar één kop, maar dat dier symboliseert daar dan ook het rijk van de antichrist en niet zijn geest.
Ook Johannes ziet later dat zes koppen wegvallen en dat er één kop overblijft.
Deze laatste kop is de wezenlijke kop van het beest, want:
Het beest dat was, en niet is, is zelf de achtste koning, al is het een van de zeven … (zie 17:11).
Deze blijvende kop is de geest van het occultisme of de toverij, die dé basis en dé inspiratie vormt van het rijk van de antichrist.
De geest van de antichrist is er altijd wel geweest, maar niet zijn rijk.
Dat wil zeggen: deze geest heeft nog niet de boventoon gevoerd in de schijngemeente.
Al deze zeven koppen dragen namen waarmee God wordt gelasterd.
Ze tasten zijn goede naam aan door te zeggen dat uit Hem ook het kwaad komt.
Ze tasten zijn naam aan door te beweren dat Hij geen macht meer heeft op aarde en dat zijn koninkrijk nooit (meer) zal komen.
Ze tasten zijn naam aan door te zeggen dat zijn hoogste schepsel, de mens, niet in staat is om ook maar iets goeds te doen.
Ze beweren zelfs dat de mens voortdurend de neiging heeft tot alle mogelijke vormen van kwaad.
Ze beweren dat de natuur van de mens door en door zondig is geworden na de zondeval in het paradijs.
Ze verkondigen dat God geen hand heeft gehad in de schepping, maar dat alles is ontstaan door toeval en evolutie.
Maar ieder weldenkend mens weet dat niets ontstaat door toeval en dat elk ‘systeem’ (mens, dier en plant) stante pede volmaakt moet zijn, wil het hoe dan ook kunnen functioneren.
Uitgaande van de evolutietheorie zijn er bovendien ontelbare overgangsvormen nodig voor de ontwikkeling van de ene soort naar de andere; maar er is nooit ook maar één fossiele rest hiervan gevonden en deze zullen ook nooit gevonden worden, eenvoudig omdat ze niet bestaan (hebben).
Een eeuwenlange ontwikkeling, zoals de evolutietheorie stelt, is daarom niet mogelijk en dus is deze gedachte gebaseerd op een door satan geïnspireerde leugen.
Aanhangers van de evolutietheorie hebben hiervoor misschien wel een even groot geloof nodig als de christen heeft voor zijn geloof in God als Schepper van alles.
De geesten waar de schijngemeente op steunt, werken het plan en het doel van God tegen.
Ze ontkennen, ook door het stimuleren van een losbandig leven, dat Jezus Christus vorm kan krijgen in mensen, door de vervulling met Gods geest.
Daarmee spotten zij met de mogelijkheid die het woord van God biedt om de luister van Hem in de mens te realiseren.
2 Petrus 2:2:
Velen zullen hun losbandig gedrag overnemen en zo de weg van de waarheid in opspraak brengen.
en vers 10b:
Overmoedig en arrogant als ze zijn, schrikken ze er niet voor terug hemelse machten te lasteren.
Als het beest uit de zee opkomt, dus zichtbaar gaat worden, krijgt het veel kracht en grote macht van satan.
Zes van de zeven koppen verdwijnen en de afvallige schijngemeente rust dan nog alleen op de zesde kop.
Deze kop wijst op het geheime contact met de geest van de antichrist die zich gaat openbaren als de gemeente van de antichrist.
Daniël ziet het rijk van de antichrist als de zes koppen of de zes machten al gevallen zijn en dus niet meer functioneren.
In de toelichting op Openbaring 17 lezen we meer hierover.
Satan staat zijn macht af
De muil van het beest dat Johannes ziet, bevindt zich dus aan de zesde of blijvende kop.
Daarop zitten dan ook de tien horens, die zowel Daniël als Johannes zien.
Johannes ziet op deze horens kronen of diademen.
Dit is een teken dat deze horens – grootmachten of koningen uit het rijk van de duisternis – opvallend veel macht gekregen hebben.
De tien horens of tien koningen krijgen hun kracht en hun macht tegelijk met het beest.
De tien horens die je zag zijn tien koningen die nu nog geen koning zijn, maar straks samen met het beest voor één uur koninklijke macht zullen krijgen (17:12).
De duivel gaat zover dat hij zijn macht als heerser over deze wereld afstaat aan de geest van de antichrist.
Deze neemt het regime over de ‘aarde’ dan over.
God de Vader werkt op aarde, in mensen, door zijn heilige geest om voor zichzelf een volk te verzamelen.
Zo geeft satan zijn macht over aan de geest van de antichrist om voor zichzelf een volk te vormen op aarde.
We zien dus dat de geest van de antichrist de tegenhanger of ook wel de na-aper is van Gods geest.