Openbaring

Openbaring 13:5-6
Spreekbuis van de leugengeest

Het beest kon zijn bek gebruiken (of: hem werd een bek gegeven) voor grootspraak en godslasteringen en dat tweeënveertig maanden lang.
Het opende zijn bek en lasterde God, zijn naam en zijn woning en hen die in de hemel wonen.

En werd gegeven aan hem (een) mond sprekende grote (dingen) en (gods)lasteringen en werd gegeven aan hem (vol)macht (te) maken maanden veertig twee.
En hij opende de mond van hem tot (gods)lastering tegen God, (om te) lasteren de naam van Hem en de tent(woning) van Hem en de in de hemel hun tent(woning) hebbenden.

Mond van de mens nodig

In 2 Korintiërs 5:20 schrijft Paulus:
Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep.
Namens Christus vragen wij: laat jullie met God verzoenen.

En Lucas 1:70 zegt:
… zoals hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten …
Zo heeft het rijk van de duisternis ook een mond of een spreekbuis nodig.
Een leugengeest kan alleen maar leugens in de wereld brengen door de mond van de mens.
Een geest van onreinheid heeft de mens nodig om zijn aard en zijn wezen in deze wereld te openbaren.
Ook het beest uit de afgrond, de geest van de antichrist, heeft vlees en bloed nodig om zich te kunnen manifesteren.
De mond van de geest van de antichrist is de antichrist of de schijnprofeet met zijn aanhang.
Johannes waarschuwt dat er in zijn tijd al veel schijnprofeten in de wereld zijn verschenen en dat er al veel antichristen zijn opgestaan (zie 1 Johannes 4:1 en 2:18).

We hebben al kunnen zien dat de antichrist ontkent dat Jezus Christus als mens gekomen is, dat wil zeggen dat hij daarmee aangeeft dat een mens het Goddelijke niveau niet kan bereiken (zie 2 Johannes 1:7).
Deze schijnprofeten zijn dan ook niet gedrenkt met de geest van God, maar ze worden gebruikt door het beest.
Deze geest zal deze dwaling tot op het hoogste niveau ontwikkelen en tenslotte in Gods tempel (de mens of gezamenlijk: de gemeente) plaatsnemen (op de troon) en zich voordoen als God zelf (zie 2 Tessalonicenzen 2:4).

Gods plan ontkennen en bespotten

Daniël profeteert:
Hij zal in opstand komen (woorden spreken) tegen de hoogste God en de heiligen van de hoogste onderdrukken (zie Daniël 7:25).
Ook heeft Daniël het over:
een mond vol grootspraak (zie 7:8) en de grootspraak van de horen (zie 7:11).
Jezus spreekt over de verwoestende gruwel die op de heilige plaats staat (zie Matteüs 24:15).
De geest van de antichrist heeft alle eeuwen door belet dat de christenen belijden dat God door zijn geest in hen woont en in hen bewerkt wat Hij in de mens Jezus bewerkt heeft.
Nu komt de geest van de antichrist in de mens en doet hij zich openlijk voor als God zelf.

Het gaat bij God om de openbaring van zijn zonen, die belijden:
Wij komen uit God voort.
Wie God kent luistert naar ons
(zie 1 Johannes 4:6).
Aan de andere kant gaat het de antichrist om de openbaring van zijn ‘zonen van de antichrist’, die het beest in zich als god erkennen.

De zware wereldwijde geestelijke pressie duurt tweeënveertig maanden, een vastgestelde en beperkte tijd.
Hij is specifiek gericht tegen de zonen van God, dat zijn zij die in de hemel wonen, de geestelijk gerichte gelovigen, die daar thuis zijn.
De lasteringen door het beest zijn gericht tegen God, tegen zijn naam, dat is zijn wezen en tegen zijn woning, de mens in wie Hij woont.
De misleidende geest blijft tot het laatst aan toe ontkennen en bespotten dat God zijn woning heeft in de mens, dat wil zeggen: dat Hij door zijn geest met hem verbonden is.

Tegenover de natuurlijk gerichte gelovigen, die ‘op de aarde leven’ (zie vers 8, 12 en 14) staan de geestelijk georiënteerde zonen van God, die burgers zijn van Gods geestelijke koninkrijk.
Filippenzen 3:20:
Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel en van daaruit verwachten wij onze redder (of: hersteller), de Heer Jezus Christus.