Openbaring 17:3
Honger naar brood en dorst naar water
Ik raakte in vervoering en hij nam mij mee naar de woestijn.
Ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest vol godslasterlijke namen, met zeven koppen en tien horens.
En hij voerde weg mij naar (een) woestijn in (de) geest en ik zag (een) vrouw gezeten zijnde op (een) beest scharlakenrood, vol met namen van godslastering, hebbende koppen zeven en horens tien.
Terwijl Johannes in geestvervoering is, voert de engel hem weg om hem het oordeel te laten zien over de schijngemeente.
Later ziet hij in eenzelfde toestand, terwijl hij (dus in de geest) op een hoge berg staat, op dezelfde manier de vrouw van het Lam (zie 21:9-10).
De woestijn is een dor land waar het meeste leven wijkt en sterft.
Zij is het symbool van de wereld waarin geen of nauwelijks geestelijk voedsel en/of leven is.
Daar wordt de geestelijke honger van de mens niet gestild door het levende brood en wordt zijn geestelijke dorst niet gelest door het levende water.
De echte vrouw wordt in deze woestijn beschermd en krijgt van Christus zelf brood en water.
In zijn gebed in Johannes 17:15 zegt Jezus:
Ik vraag niet of U hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen de duivel.
Goed gedijen in de woestijn
De gemeente van Christus van de laatste tijd kent in haar strijd tegen de draak maar één uitweg: zij vlucht naar de woestijn (zie 12:6).
Zij wordt weer de ekklesia, dat is de gemeente die door God uit deze wereld geroepen en uitgekozen is.
2 Tessalonicenzen 2:13:
Maar voor jullie, broers en zussen, geliefden van de Heer, moeten wij God altijd danken.
Hij heeft jullie als eersten uitgekozen om te worden gered door de geest die heilig maakt en door het geloof in de waarheid.
Dit betekent dat zij, de gemeente, in geestelijk opzicht alle contacten met de wereld verbreekt en door God zelf onderhouden wordt.
Zo wordt zij totaal immuun voor demonische invloeden.
In de woestijn leeft zij dan ook alleen nog maar van het manna uit de hemel.
De overwinnaars krijgen daar het verborgen manna (zie 2:17).
Daar krijgen zij ook het levende water, de geest van God, uit de geestelijke rots Jezus Christus.
In de woestijn kan zij dus alleen buiten het bereik van de slang (satan) blijven omdat ze gevoed wordt door woord (manna, levend brood) en heilige geest (levend water).
Grote geestelijke schijnvertoning
De verbasterde gemeente lijkt ook in de woestijn te zijn.
De vrouw op het beest presenteert zich dus alsof zij niet bij de wereld hoort en woord en heilige geest kent.
Maar op hetzelfde moment zit zij aan veel stromingen en pleegt ze overspel met de koningen op aarde.
Zij wordt niet beschermd tegen de invloed van de wereld, want ze hoort er zelf bij.
Zij heeft daar haar contacten en ze leeft van en voor haar uiterlijke rijkdommen en invloed.
De gemeente van Christus rust op het fundament Jezus Christus, maar de overspel plegende gemeente is gefundeerd op een hoofdmacht van het rijk van de duisternis.
Zij is direct verbonden met het occulte beest, de geest van de antichrist, waaruit elke schijnreligie voortkomt en alle dwalingen ontstaan.
De kleur van dit beest is wijnrood.
Zoals wit het beeld is van heiligheid, zo is karmijn dit van demonische activiteit, geladenheid en hartstocht.
De blasfemische namen waarmee dit monster en zijn koppen bedekt zijn, geven blijk van felle, onbedekte haat tegen God.
De schijngemeente is verbonden met alles wat godslasterlijk en demonisch is en wat zich verzet tegen het plan van God.
De zeven koppen en de tien horens geven aan dat we hier te doen hebben met het beest uit de zee, dat Johannes al in 13:1 ziet.
Aan de ene kant wordt aan de apostel het beeld van de gemeente van Christus van de laatste tijd getoond, die vol is van Gods geest.
Aan de andere kant ziet hij het beeld van de afgevallen gemeente waarin de dwaling tot haar volle ontwikkeling is gekomen.