Openbaring 19:17
In het centrum van de geestelijke wereld
Toen zag ik een engel midden in de zon staan.
Luid riep hij tegen de vogels die hoog in de lucht vlogen: Kom naar Gods grote maaltijd.
En ik zag een engel staande in/op de zon en hij riep met (een) stem grote, zeggende tot al de vogels vliegende in (het) hemelmidden: hierheen en verzamelt jullie tot de maaltijd van de grote God.
In 12:1 wordt gesproken over een vrouw die met de zon bekleed is.
Daar vinden we dus de luister van God in zijn gemeente en zijn zonen die daardoor als zodanig zichtbaar worden.
Hier zien we de engel, evenals de vrouw uit genoemd hoofdstuk, op – of zoals de meeste vertalingen en de grondtekst hebben – in de zon.
Het is de engel van de overwinnende gemeente.
Deze engel is een medewerker van God die (het) licht is en van hen die de volmaaktheid bereiken.
Hij bevindt zich in het midden of in het centrum van het koninkrijk van God, dus aan de lichtkant van het machtsgebied in de geestelijke wereld.
Aan de duistere kant in deze geestelijke dimensie bestaat ook een midden of een centrum.
Daar heerst niet het leven, maar de dood.
De vogels die in dit midden van de hemel vliegen, vertegenwoordigen de ontbindende demonen.
Zij zijn in dienst van de dood, dus van de verderver of vernietiger Apollyon of Abaddon (zie 9:11).
Zeker als hij is van de overwinning in de oorlog die komen gaat, roept de engel de ontbindende demonen op om zich te verzamelen voor een ontzaglijk grote maaltijd.
Dit is de grote maaltijd van God die voor hen wordt gereedgemaakt.
In 16:16 zien we dat dit verzamelen plaatsvindt in het hemelse Harmagedon.
De profeet Joël 4:9-19 schildert deze strijd als volgt:
Roep de volken op:
Bereid je voor op de strijd,
laat je helden aantreden,
laat al je strijders nu ten strijde trekken!
Smeed je ploegijzers maar om tot zwaarden
en je snoeimessen tot speren,
en laat de zwakke zich een held betonen.
Haast je, volken rondom, verzamel je.
– O Heer, zend dan uw legermacht daarheen! –
Laat de volken aantreden,
laat ze optrekken naar de vallei van Josafat;
daar zal ik mijn oordeel over hen vellen.
Sla de sikkel erin,
het is tijd om te oogsten.
Kom de wijnpers treden,
de persbak is vol,
de kuipen lopen over,
talrijk zijn hun misdaden.
Dichte drommen bijeen in de vallei van het oordeel!
Nabij is de dag van de Heer.
Daar zal Hij oordelen!
Het woord Josafat betekent: Jahwe oordeelt.
Van een natuurlijk dal met de naam Harmagedon wordt in de hele Bijbel niet gesproken (zie ook de toelichting bij 16:16).
Wel denken we als beeld van deze laatste strijd aan de overwinning die Josafat op de vijanden van de Heer behaalt (zie 2 Kronieken 20).