Openbaring

Openbaring 19:18
De pijniging van de demonen

Dan krijg je het vlees te eten van koningen, legeraanvoerders en machthebbers, het vlees van paarden en hun ruiters, van slaven en van vrije mensen, het vlees van jong en oud.’

Opdat jullie eten stukken vlees van koningen en stukken vlees van oversten over duizend en stukken vlees van sterken en stukken vlees van paarden en van de zittenden op hen en stukken vlees van allen, van vrijen en van slaven en van kleinen en groten.

In deze slachting zullen ‘gedood’ worden: de ‘tien’ koningen, de religieuze grootmachten die met hun ideologieën en occulte krachten de antichrist steunen.
Ook de oversten van duizend, de voornaamste leiders, de sterken, in wie de geest van de antichrist zich het machtigst manifesteert, worden ‘gedood’.
Zij worden volledig afgesneden van elke vorm van licht en de duisternis kan nu beslag leggen op elke vezel van hun bestaan.
Zo wordt hun leven een prooi van de demonen en zijn ze geestelijk dood.

Het paard wordt hier, evenals in vers 20, bedoeld als een geestelijke macht die zich in de mens volledig incorporeert en die door zijn kracht ook anderen (met zich mee-) draagt.
De laatste groep is het nauwst verbonden met de antichrist, van wie gezegd wordt dat zijn komst gepaard gaat met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen (zie 2 Tessalonicenzen 2:9).
Deze demonen én de geesten van de mensen die met hen verbonden zijn, worden totaal werkeloos gemaakt, zij kunnen niet meer actief zijn.
Dit is voor hen de grootste pijniging die bestaat, zie bijvoorbeeld ook Marcus 5:7, waar de demonen Jezus smeken hun geen pijn te doen, wanneer Hij hen beveelt de bezeten man te verlaten.
Ze verliezen hiermee hun ‘werkterrein’ en ze zijn dan alleen nog bestemd voor de vuurpoel (zie 20:14), de tweede dood.

Of ze nu heersende of dienende demonen zijn, klein of groot van statuur, hun geestelijke lichamen komen alle in de vuurpoel terecht.

De vogels in de hemel zijn de engelen die dit vonnis aan hen voltrekken.