Openbaring

Openbaring 19:20-21
Voor de dood is het nooit genoeg

Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die in zijn bijzijn tekenen had verricht, waardoor hij iedereen had misleid die het merkteken van het beest droeg en zijn beeld aanbad.
Levend werden ze in de vuurpoel met brandende zwavel gegooid.
De rest werd gedood door het zwaard dat uit de mond van de ruiter op het paard kwam en alle vogels aten zich vol aan hun vlees.

En werd gegrepen het beest en met deze de valse profeet de gedaan hebbende de tekenen voor het aangezicht van hem, door welke hij misleid heeft de ontvangen hebbenden het merkteken van het beest en de aanbiddenden het beeld van hem.
Levend werden geworpen de twee in de poel van het vuur, brandende door het zwavel.
En de overigen werden gedood met het zwaard van de Zittende op het paard, uitgaande uit de mond van Hem en al de vogels werden verzadigd met de stukken vlees van hen.

In de antichrist ontwikkelt het beest zo’n geestkracht dat hij niet hoeft uit te treden;
zijn sterfelijke lichaam gehoorzaamt aan de wetten van de geest uit de afgrond.
Hiermee imiteert hij de verandering in een ondeelbaar ogenblik van de echte zonen van God.
Na de nederlaag wordt hij levend in de vuurpoel geworpen, dat is dus met zijn getransformeerde lichaam.
De antichrist komt niet in het dodenrijk, hij sterft dus niet in de gewone betekenis van het woord.

Wanneer de antichrist opgepakt wordt, is dit inclusief het beest uit de afgrond, dat in hem woont en zo met hem verbonden is.
Daarom staat er: Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die in zijn bijzijn tekenen had verricht.
De antichristelijke geest of het beest uit de afgrond wordt gevangengenomen en dit kan alleen samen met de schijnprofeet of de antichrist met wie dit beest één is en door wie het zich manifesteert.
Zij die zijn merkteken dragen en van wie geest en ziel nu van hun lichamen gescheiden zijn, worden door het woord van God naar het dodenrijk of de afgrond verwezen.

Hun innerlijke mens komt dus niet terug in hun lichaam, waar ze uitgetreden zijn.
Hun geestelijke lichamen worden op hetzelfde ogenblik prijsgegeven aan de ontbindende machten van de dood, aan de vogels die in het midden van de hemel vliegen.
Hun onverzadigbare drang om te ontbinden vindt overvloed aan werk.
De dood die nooit zegt: Het is genoeg, wordt nu voor een tijd verzadigd.
In dit verband zegt Jezus in Matteüs 24:28: Waar een lijk is, daar zullen de gieren zich verzamelen.

Daniël voorziet deze ondergang al en beschrijft die in Daniël 7:11:
Ik zag hoe het dier werd gedood vanwege de grootspraak van de horen, ik zag hoe zijn lichaam werd vernietigd en aan de vlammen werd prijsgegeven.
Zijn lichaam is de gemeente van de antichrist en de vlammen of het vuur zijn beeld van de machten van dood en ontbinding.
Deze gemeente is volledig gedemoniseerd.
In de opsomming van het vlees dat gegeten moet worden (vers 18), missen wij het vlees van de antichrist of de schijnprofeet.
Hij is, zoals gezegd, met zijn getransformeerde lichaam rechtstreeks in de vuurpoel geworpen.
Voor de antichrist als mens is dit de tweede dood, waaruit hij nooit meer zal opstaan, ook niet op de dag van de opstanding.

In Openbaring 20 wordt de vuurpoel nader besproken.
Opnieuw is er sprake van de overwinning van Hem die op het witte paard zit.
Van het woord van God dat als een zwaard uit zijn mond komt, zegt Jesaja 55:11:
… zo geldt dit ook voor het woord
dat voortkomt uit mijn mond:
het keert niet vruchteloos naar Mij terug,
niet zonder eerst te doen wat Ik wil
en te volbrengen wat Ik gebied.