Openbaring

Openbaring 2:1
Taak van de engel van de gemeente

Schrijf aan de engel van de gemeente in Efeze:
Dit zegt Hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en tussen de zeven gouden lampenstandaards verblijft:

Aan de engel van de Efezische gemeente schrijf deze (dingen) zegt de vasthoudende de zeven sterren in de rechter(hand).

Functie van voorganger

Wat de voorganger van de gemeente op aarde is, is de engel van de gemeente in de geestelijke wereld.
De voorganger is een leider en beschermer die zich in dienst van de gemeente stelt om deze naar de volmaaktheid te begeleiden.
Zo dient de engel van de gemeente deze in de hemelse regionen of zoals de NBG-vertaling zegt: hemelse gewesten.
Beiden hebben ze hetzelfde doel en samen met alle gemeenteleden zetten zij zich in voor de groei en de ontwikkeling van het lichaam van Christus: de gemeente.

Iedereen draagt bij aan gemeentegroei

Efeziërs 4:15-16 zegt in dit verband:
Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus.
Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden.
Ieder deel draagt naar vermogen bij aan de groei van het lichaam dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

De engel van de gemeente wordt bijgestaan door veel andere engelen die als taak hebben om hen die hersteld worden, te ondersteunen.
Hebreeën 1:14:
Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding?
De engel van de gemeente staat tot de voorganger als de onzichtbare gemeente staat tot de zichtbare.
We kunnen hiermee de verhouding tussen onze innerlijke en uiterlijke mens vergelijken.
Ze zijn wel van elkaar onderscheiden, maar niet van elkaar gescheiden en ze beïnvloeden elkaar.

Engelen beschermen de gemeente

De engel van de gemeente wordt als leider van de dienende engelen op de hoogte gebracht van de toestand in de gemeente, zowel van het positieve als van het negatieve.
Op basis hiervan kan hij zijn inzet en die van de andere engelen vormgeven.
Zo is hij een beschermer van de gemeente en werkt hij eraan mee dat de demonen op een afstand worden gehouden.
Psalm 34:8:
De engel van de Heer waakt over wie Hem vrezen en bevrijdt hen.
De Vader heeft tijdelijk zijn macht aan de Zoon gegeven, dus heeft deze nu de leiding over het leger van de heilige engelen.
Daarom is de engel van de Heer nu de engel van Jezus.

Op hoog geestelijk peil

Efeze is de eerste gemeente die door Johannes als ‘ziener’ of profeet wordt aangeschreven.
In deze gemeente heeft Paulus enkele jaren gewerkt.
De gemeente is op een hoog geestelijk peil gekomen en Paulus complimenteert haar vooral om haar geloof en liefde.
In zijn brieven aan de Efeziërs kan Paulus dan ook zijn inzicht in de geestelijke wereld en het plan van God goed aan hen kwijt.

De Heer richt zich door middel van zijn engel tot Johannes, die wat gezegd wordt opschrijft en doorgeeft aan de gemeente.
Bij het begin van iedere brief wordt steeds een van de kenmerken van Jezus, zoals deze in het eerste hoofdstuk beschreven worden, naar voren gebracht.
De keus is niet willekeurig, maar zij houdt verband met de inhoud van de brieven.

Licht sterker dan duisternis

Hier wordt de Heer beschreven als iemand die door Gods geest de engelen aanstuurt.
Hij bevindt zich daarbij in het centrum van de gemeente, daar waar de broers en zussen in de meest directe verbondenheid met, door en voor Hem leven.
Zo kan de gemeente lichtdrager zijn, dat wil zeggen dat door haar de werken van de duisternis vernietigd worden.
Immers, waar het licht (ver)schijnt, de duisternis verdwijnt!

Zij zal daarom de werken van Jezus doen.
Die bestaan uit: het brengen van het woord van God, genezing van zieken, bevrijding van gebonden mensen, doop in water en in de geest van God en het ontwikkelen van de liefde en de gaven van Gods geest (zie 1 Korintiërs 14:1).
Dit alles om de mensen op het niveau te brengen van Jezus Christus.
Dát is het plan van God met ons, hét einddoel van ons geloof!

Jezus zegt tegen de gelovigen dan ook dat zij het licht van de wereld zijn.
En dat hun licht moet schijnen voor de mensen, zodat zij hun goede daden (dezelfde als die van Jezus) zien en daardoor de Vader in de hemel zullen eren.
Matteüs 5:14 en 16:
Jullie zijn het licht in de wereld.
Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven.
Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.

De lampenstandaard, de kandelaar of de luchter draagt het licht uit in de wereld, welk licht bestaat uit hetzelfde evangelie en dezelfde daden van herstel als van Jezus.