Openbaring 2:13
Waar de troon van satan staat
Ik weet waar jullie wonen, namelijk waar satans troon staat.
Jullie zijn mijn naam trouw gebleven en hebben je geloof in Mij niet verloochend, ook niet toen Antipas, mijn betrouwbare getuige, werd gedood in jullie stad, waar ook satan woont.
Ik ken de werken van jullie en waar jullie wonen, waar de troon van de satan (is), en jullie houden vast de naam van Mij en niet hebben jullie verloochend het geloof in Mij ook in de dagen in welke Antipas de getuige van Mij de trouwe die gedood werd bij jullie, waar woont de satan.
De Heer kent de omstandigheden waaronder de gemeente in Pergamum leven moet.
Het is een stad met een omvangrijke afgoderij, bekend om haar dienst aan de afgod Asclepius die de bijnaam heeft van sotèr, dit wil zeggen: heiland, helper of hersteller.
Een slang is het symbool waarmee zijn macht om ziekten weg te nemen, wordt aangeduid.
Het is dezelfde afbeelding die artsen in onze tijd gebruiken.
Waar de troon van satan staat
Om tot geloof te komen, moeten de nieuwe gelovigen in deze gemeente hun oude manier van denken en leven radicaal loslaten.
En daarna moeten ze het geloof en het vertrouwen in de macht en de kracht van Jezus Christus onwrikbaar vasthouden.
Pergamum wordt door de Heer de stad genoemd waar de troon van satan staat, waar deze op directe en indirecte manier grote macht uitoefent.
Maar in de gemeente erkent men alleen Jezus als Heer.
Namens Hem wordt Gods woord gebracht, wordt gedoopt in water en in Gods geest en volgens zijn opdracht wordt zijn autoriteit gebruikt tegen demonen van dwaling, ziekte en zonde.
De haat die hierdoor bij buitenstaanders wordt opgewekt, is erg groot.
Zo groot zelfs dat een van de gemeenteleden, een betrouwbare getuige van Jezus Christus, met de naam Antipas (dit betekent: die tegen allen is) zijn leven als martelaar moet eindigen.
Nogmaals wordt eraan herinnerd dat satan in Pergamum een vaste woonplaats heeft.
Want deze plaats is niet alleen het middelpunt van de verering van Asclepius, maar er is ook een tempel gewijd aan de ‘goddelijke’ keizer Augustus.
Deze wordt daar vereerd en aanbeden, samen met de godin Rome.
Zo krijgt satan de gelegenheid om zich te hechten aan de geest van deze mensen en zelfs in hen te komen wonen.
Samen vormt deze groep satanaanbidders zo een woonplaats voor de demonen.
Openbaring 18:2 zou ook hier van toepassing kunnen zijn:
Ze is een woonplaats voor demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine geest, elke onreine vogel en elk onrein, afschuwelijk dier.
We kunnen goed begrijpen aan welke gevaren deze jonge gemeente blootstaat, als ze niets te maken wil hebben met de daar heersende demonische gebruiken.