Openbaring

Openbaring 21:1
De eeuwige toekomst van de gemeente

Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij en de zee is er niet meer.

En ik zag (een) hemel nieuwe en (een) aarde nieuwe.
De namelijk eerste hemel en de eerste aarde gingen voorbij en de zee niet is meer.

Nu ziet Johannes het eindresultaat van het plan en het werk van God.
De aarde en de hemel functioneren weer naar de wetmatigheden die God er bij de schepping ingelegd heeft, er is geen verstoring meer.
De mens heeft zich ontplooid tot een volkomen geestelijk wezen en het sekseverschil is niet meer nodig en dus opgeheven.
Het opstandingslichaam past volledig bij en wordt ook bestuurd door de innerlijke mens, waarbij verschil tussen man en vrouw geen rol meer speelt.
Want bij de opstanding trouwen de mensen niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, ze zijn dan als engelen in de hemel (Matteüs 22:30).
In het duizendjarige rijk hebben alle dieren hun oorspronkelijke natuur teruggekregen.
Naar Gods opdracht hebben in de afgelopen eeuwen de vissen, de vogels en de overige dieren zich vermeerderd (zie Genesis 1:22 en 24).

Vrede op aarde

In het duizendjarige rijk is een biologisch evenwicht ontstaan.
Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg – zegt de Heer (Jesaja 65:25).
En Habakuk 2:14 zegt:
Maar zoals de zee vol water is,
zo zal de aarde vol kennis van de grootheid van de Heer zijn.

Dit inzicht berust bij de mens die met grote wijsheid en kracht de aarde heeft onderworpen, want hij heeft geheerst over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen (zie Genesis 1:28).
De Bijbel zegt niet hoe op de vernieuwde aarde de levende wezens zich zullen gedragen, of zij zich nog zullen voortplanten, of de dieren nog zullen sterven (vergaan tot stof) of niet.
Ook niet hoe het biologisch evenwicht bewaard zal blijven.
De vernieuwde hemel is vol lichtdragers, de heilige engelen van God, die zich dan ongehinderd in dienst kunnen stellen van de herschapen mens.

Ook van de taak van deze nieuwe mens in de eeuwigheid kunnen we ons nog geen al te duidelijke voorstelling maken.
Er is eerst sprake van een nieuwe hemel en daarna van een nieuwe aarde.
Want eerst worden de onzichtbare dingen hersteld en dan volgt de zichtbare wereld.
De eerste hemel, dat is het koninkrijk van de hemel, waarin goed en kwaad samen aanwezig zijn, heeft plaats moeten maken voor het koninkrijk van God.

De eerste hemel, het toneel van de geestelijke strijd, wordt gevolgd door de nieuwe of tweede hemel waar de strijd voorbij is.
Daarin komen in de sfeer van het koninkrijk van God (rechtvaardigheid, blijdschap en vrede) de gelovigen tot hun volmaaktheid.
Wanneer dit proces voltooid is, volgt de derde hemel waarin God alles in allen zal zijn.
1 Korintiërs 15:28 NBG zegt:
Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zal zijn alles in allen.

Ook Christus zal alles in allen zijn, als wij de nieuwe mens hebben aangetrokken die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn Schepper (zie Kolossenzen 3:10-11).

Paulus getuigt dat hij in geestvervoering tot in de derde hemel werd weggevoerd, dat wil zeggen tot in het (hemelse) paradijs (zie 2 Korintiërs 12:2 en 4).
God openbaarde hiermee ook aan Paulus de toekomst van de gemeente.

Geen vermenging meer

Op de eerste aarde is een vermenging geweest van zonde en rechtvaardigheid, maar in het visioen is zij nu volledig onderworpen aan de wetten van de herstelde, geestelijke wereld.
Nagekomen zijn Gods beloften uit Jesaja 65:17:
Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Wat er vroeger was raakt in vergetelheid,
het komt niemand ooit nog voor de geest.

En 66:22:
Zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Ik maak zullen voortbestaan – spreekt de Heer –, zo zullen jullie naam en jullie nageslacht voortbestaan.
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen tot in eeuwigheid blijven bestaan.

Merkwaardig is dat in 2 Petrus 3:13 (grondtekst) niet gesproken wordt over een nieuwe hemel, maar over nieuwe hemelen die wij te verwachten hebben.
De apostel volgt daarin het onderwijs van Jezus die spreekt over het koninkrijk van de hemelen en die aan zijn leerlingen de geheimen daarvan onthult.

Er is geoordeeld in gerechtigheid.
Er is een concentratie (poel) van eeuwige verachting en afschuw en er is een koninkrijk dat in alle opzichten functioneert naar het recht van God (zie Daniël 12:2).
Hierin is ook de nieuwe aarde begrepen.
We hebben al eerder aangegeven dat de zee het geestelijke leven op aarde en in de dood uitbeeldt.
Alleen zij die bij het nieuwe verbond horen, zijn naar hun innerlijke mens overgeplaatst naar het koninkrijk van God en zij vormen daar een geestelijke wolk.

Na de tweede opstanding zijn de dood en het dodenrijk als laatste vijanden vernietigd en heeft de zee als beeld dus zijn betekenis verloren.
Natuurlijk moeten we ook de woorden de zee is er niet meer geestelijk verklaren en daarbij niet denken aan zichtbare oceanen.
Een aarde zonder zee is onleefbaar voor mens, dier en plant.
Een aarde zonder water is in strijd met de oorspronkelijke maar nu herstelde schepping van God.
Want in Genesis 1:9-10 staat:
God zei: Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.
En zo gebeurde het.
Het droge noemde Hij aarde, het samengestroomde water noemde Hij zee.
En God zag dat het goed was.