Openbaring

Openbaring 22:20-21
Wat nooit iemand heeft kunnen bedenken

Hij die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, ik kom spoedig!
Amen. Kom, Heer Jezus!
De genade van onze Heer Jezus zij met jullie allen.

Zegt de getuigende deze (dingen): ja, Ik kom spoedig.
Amen, ja, kom, Heer Jezus.
De genade van de Heer van ons, Jezus Christus, (is) met allen jullie.
Amen.

Opnieuw spreekt de Heer.
Als een laatste getuigenis zegt Hij nog eens: Ik kom spoedig!
Dit wordt voorafgegaan door de bevestiging: Ja.
We geloven dat het amen bij deze woorden van Jezus hoort als een bevestiging dat het waar en zeker is wat Hij zegt.
In Hem worden alle beloften van God ingelost; en daarom is het ook door Hem dat we amen zeggen, tot Gods eer (2 Korintiërs 1:20).
Het antwoord van Johannes en van de gemeente is: Kom, Heer Jezus!
Het is het antwoord naar de wil van de Heer die hen daartoe aanspoort, zoals in vers 17.
Het is een effectieve afsluiting van het boek dat begint met het profetische getuigenis:
Zie, Hij komt (verbonden) met de wolken (zie 1:7).

Het is de uitdrukking van een hartstochtelijk verlangen naar de parousie, dat is het tijdperk waarin onze Heer Jezus komt om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (2 Tessalonicenzen 1:10 HSV).

Ook de zuchtende schepping ziet, samen met de heilige engelen, reikhalzend uit naar dit zichtbaar worden van de zonen van God.
Want dan zal de gemeente zonder vlek of rimpel zijn of iets dergelijks, heilig en zuiver (zie Efeziërs 5:27) en zal zij met haar Heer heersen van zee tot zee.

Dan is het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver voorgoed verbrijzeld (zie Jesaja 9:3).
Dan zal ook de profetie uit Jesaja 9:6 uitkomen:
Groot is zijn heerschappij,
aan de vrede zal geen einde komen.
Davids troon en rijk zijn erop gebouwd,
ze staan vast, in recht en gerechtigheid,
van nu tot in eeuwigheid.
Daarvoor zal Hij zich beijveren,
de Heer van de hemelse machten.

Het laatste woord uit de mond van Jezus is dat zijn koninkrijk komt.
Het gebed kom, Heer Jezus doet denken aan de Aramese formule van de eerste christelijke gemeente, namelijk ‘maranatha’.
Deze exclamatie houdt een waarschuwing in voor allen die onze Heer Jezus niet van harte liefhebben.
Maar zij is ook een gebed dat opstijgt om de verschijning van de verheven en enige heerser, de hoogste Heer en Koning (zie 1 Timoteüs 6:15) te bespoedigen.
De dag van de Heer zal voor ons niet komen als een dief.
De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht.
Als dit allemaal op die manier te gronde gaat, hoe heilig en vroom moeten jullie dan niet leven, jullie die uitzien naar de dag van God en het aanbreken daarvan bespoedigen!
(2 Petrus 3:10-12 ged.).

Wat in geen mensenhart is opgekomen

De Openbaring van Jezus Christus aan Johannes is hiermee afgesloten.
Maar in de tempel van God en in het nieuwe Jeruzalem zal God door zijn heilige geest ons steeds weer nieuwe woorden van Hem doen horen.
Want het is zoals geschreven staat:
Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie Hem liefheeft.
God heeft ons dit geopenbaard door de geest, want de geest doorgrondt alles, ook de diepten van God.
Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens?
Zo is alleen de geest van God in staat om God te kennen
(1 Korintiërs 2:9-11).

Hoe belangrijk is het om gedoopt te zijn in en vol te worden van de geest van God!
Nooit zal zijn spreken ophouden, want Hij zal doorgaan met verborgen zaken voor ons aan het licht te brengen.
Dit zal tot in alle eeuwigheden verdergaan, ook wanneer Hij door zijn geest alles in allen is geworden.
Want de luister van God is letterlijk onmetelijk en oneindig!

Johannes eindigt dit boek met een afsluitende zegengroet aan allen die deze woorden lezen, begrijpen en vasthouden.
Zoals in de brieven van Paulus, neemt dit gebed voor herstel de plaats in van een eigenhandige ondertekening door de schrijver.

De genade van de Heer Jezus zal ook met ons allen zijn.
Dit betekent dat we steeds meer zullen gaan begrijpen wat het plan van God met ons werkelijk inhoudt.
Wat we tot nu toe weten en ervaren van zijn liefde, kracht en wijsheid zal voortdurend toenemen.
En God belooft ons te ondersteunen in onze zoektocht naar zijn luister:
Nog nooit is zoiets gehoord,
niet eerder zoiets vernomen.
Geen oog zag ooit een God buiten U,
die opkomt voor wie op Hem wacht.
U komt ieder tegemoet
die van harte rechtvaardig handelt,
die uw weg gaat, met U voor ogen
(Jesaja 64:3-4 ged.).