Openbaring 4:8
Eeuwige aanbidding
Elk van de vier wezens had zes vleugels, met overal ogen langs de randen en aan de binnenkant.
Dag en nacht herhalen ze: Heilig, heilig, heilig is God, de Heer, de Almachtige, die was, die is en die komt.
En vier levende wezens, één voor zich hadden ieder vleugels zes, rondom en vanbinnen vol zijnde met ogen, en rust niet zij hebben dag en nacht, zeggende: heilig, heilig, heilig (is)(de) Heer God de Almachtige, die was en de Zijnde en de Komende.
De aanwezigheid van vleugels wijst op bevrijde wezens.
Ze zijn aan de beperkingen van de invloed van de duisternis onttrokken en ze kunnen nu opstijgen tot grote hoogte in de geestelijke dimensie.
Ze kunnen nu tot hun volle doel komen.
Ze hebben rondom en vanbinnen ogen, dat wil zeggen: ze hebben uitzicht op een totaal herstel zowel van het uiterlijk van mensheid en schepping als van het innerlijk.
Want:
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden.
Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen;
een leeuw en een rund eten beide stro.
Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang (Jesaja 11:6-8).
De wezens pauzeren nooit.
Dit is geen teken van onrust, maar de herstelde schepping functioneert nu zonder enige onderbreking naar de wil van God.
De invloed van het rijk van de duisternis is van de schepping weggenomen en haar ogen zien het totale herstel én hen door wie zij dit herstel toebedeeld krijgt: de zonen van God.
De wezens vereren de Heer die de beschadigingen en de pressie van hen weggenomen heeft.
Ze prijzen de eeuwige God die hen vrijgemaakt en hersteld heeft.
Hun volledige functioneren naar de wetmatigheden van God, in oneindige schoonheid en volmaaktheid, toont de grootsheid of majesteit van de almachtige Schepper, de volkomen Heilige en Onaantastbare.
Hij bestaat van vóór de oorsprong van alle dingen, Hij is altijd en overal aanwezig en Hij zal in al zijn volheid komen wonen in hen die in Hem geloven:
‘God alles in allen’!