Openbaring 5:3-5
Herstel is een proces
Maar er was niemand in de hemel of op aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen en inzien.
Het deed me veel verdriet dat blijkbaar niemand het verdiende om de boekrol te openen en hem in te zien.
Toen zei een van de oudsten tegen mij:
Wees niet verdrietig. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen.
En niemand kon in de hemel noch op de aarde, noch onder de aarde, openen het boek, noch inzien het.
En ik huilde vele (tranen) omdat niemand waard was gevonden (te) openen en (te) lezen het boek, noch (in)(te) zien het.
En één uit de oudsten zegt aan mij: huil niet, zie heeft overwonnen de Leeuw de zijnde uit de stam van Juda, de wortel van David (om) (te) openen het boek en los (te) maken de zeven zegels van het.
Op de vraag van de engel komt geen antwoord.
De hele schepping zwijgt omdat zij dit grootse werk niet kan begrijpen, laat staan uitvoeren.
Niemand in de onzichtbare of in de zichtbare wereld of onder de aarde (in het rijk van de dood) durft of kan de boekrol aannemen en inzien.
Dat doet Johannes veel verdriet en hij huilt bittere tranen, omdat hij vreest dat (hierdoor) de uitvoering van het plan van God ernstig wordt belemmerd.
Toch heeft ook hij grote verwachtingen van de toekomst.
Hij kent de profetieën met de belofte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Jesaja 65:17:
Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Wat er vroeger was raakt in vergetelheid,
het komt niemand ooit nog voor de geest.
Maar niemand van de profeten heeft ooit inzicht gekregen in de manier waarop dit tot stand zal komen.
Als bij ‘toverslag’?
Ja, zelfs tot nu aan toe geloven veel mensen, die zich christen noemen, dat dit herstel van de schepping ‘als bij toverslag’ gebeurt.
En dit ondanks het feit dat de hele zichtbare schepping van God het bewijs levert dat alles zich volgens vaste wetmatigheden en planmatig ontwikkelt.
Het verdriet van Johannes is hetzelfde als dat van de mensen die op weg zijn naar Emmaüs en die na het sterven van Jezus diep teleurgesteld klagen:
Wij leefden in de hoop dat Hij het was die Israël zou bevrijden, maar intussen is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is (Lucas 24:21).
Zoals Jezus zelf de reizigers naar Emmaüs troost, zo komt hier een van de oudsten Johannes bemoedigen met de woorden:
Wees niet verdrietig of: Huil niet.
Hij wijst hem op Jezus, die hij de Leeuw uit Juda’s stam noemt en de nakomeling van David.
Jakob vergelijkt op zijn sterfbed in een profetie zijn zoon Juda met een jonge leeuw (zie Genesis 49:9-10).
Zijn grote Zoon (Silo of Heerser) wordt hier dus de Leeuw uit de stam van Juda genoemd.
Dit wijst op zijn menselijke afkomst, terwijl de uitdrukking: de wortel van David zijn geestelijke oorsprong aangeeft (zie verder bij 22:16).
Vijanden in triomf meevoeren
Van Jezus wordt getuigd dat Hij alle vijandige geestelijke machten hun wapenrusting (van ziekte, zonde, misleiding, verleiding, geweld en dood) heeft afgenomen en hierna heeft laten zien dat ze machteloos zijn.
Letterlijk staat er: hen in triomf heeft meegevoerd.
Kolossenzen 2:15:
Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, Hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.
Dit betekent dat de demonen geen recht meer op ons hebben en dus geen grip meer op ons leven mogen houden.
Jezus ontleent hieraan zijn autoriteit, waardigheid en deskundigheid om de boekrol te openen en de zegels te verbreken.
Ook voor Hem geldt de regel: Wie overwint, hem zal Ik geven …!
Jezus is overwinnaar en zijn gemeente met Hem, dus mogen, kunnen en zullen zij samen verdere uitvoering geven aan het plan van God.