Openbaring

Openbaring 5:8
Het geestelijke Lam geofferd voor onze zonden

Op hetzelfde moment wierpen de vier wezens en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neer.
Ieder van hen had een lier en een gouden schaal vol wierook; dat zijn de gebeden van de heiligen.

En toen Het nam het boek de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten vielen voor het aangezicht van het Lam, hebbende ieder lieren en schalen gouden vol zijnde met reukwerk, die zijn de gebeden van de heiligen.

Jezus is als geestelijk lam voor de zondeschuld van alle mensen opgeofferd.
1 Petrus 1:19-20:
Jullie weten immers dat jullie niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud zijn vrijgekocht uit het zinloze leven dat jullie van je voorouders hadden geërfd, maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus.
Als de Vader de boekrol aan zijn Zoon overhandigt, geeft Hij daarmee aan dat Hij aan Jezus zijn goedkeuring en volmacht geeft voor de verdere uitvoering van zijn herstelplan.
Dit vertrouwen en deze overdracht van macht en autoriteit maken diepe indruk op de hele schepping.
De vertegenwoordigers ervan, samen met die van de herstelde mensheid, werpen zich daarom in liefdevol ontzag neer voor het Lam.
Dat wil zeggen: zij geven zich, zoals staat in Marcus 12:30, met heel hun hart, ziel, verstand en kracht over aan het plan van God.
Zo huldigen zij de Mens(enzoon) die het Goddelijke niveau heeft bereikt, zoals de leerlingen dit ook doen op de berg in Galilea, waar Jezus verklaart:
Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde (zie Matteüs 28:18).

In dit visioen ziet Johannes, die een van deze leerlingen is, nu in een beeld hoe deze overdracht van de macht heeft plaatsgevonden.

Bij de lofprijzing maken de oudsten gebruik van een lier, een snaarinstrument.
Dit is de oudtestamentische kinnôr, het instrument van David, dat vaak foutief met ‘harp’ wordt vertaald.
De klank van de lieren ondersteunt hun aanbidding en sluit prachtig aan bij Psalm 43:4, waar David zingt:
Dan zal ik naderen tot het altaar van God, tot God, mijn hoogste vreugde.
Dan zal ik U loven bij de lier, God, mijn God.

Ook de gouden schalen bepalen ons bij de tempeldienst; ze zijn vol reukwerk, beeld van de gebeden van de heiligen.
Dit doet ons denken aan de woorden van David:
Laat mijn gebed voor U zijn als reukwerk, mijn geheven handen als een avondoffer (Psalm 141:2).