Openbaring

Openbaring 6:1
De ontwikkeling van de gemeente geopenbaard

Toen zag ik dit: het Lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag:
Kom!

En ik zag toen opende het Lam één van de zegels en ik hoorde één van de vier levende wezens zeggende, als (een) geluid donder-/[van donder]: kom en kijk.

Het verbreken of openen van de zeven zegels is een ontsluieren of een openbaren van de geschiedenis van de gemeente.
Deze loopt vanaf het moment dat het woord van God mens is geworden in Jezus Christus, totdat Hij en zijn gemeente een volmaakte eenheid zijn geworden.
Dit vindt plaats na het zevende zegel en bij de laatste of de zevende bazuin.
Wat daarna komt, wordt in deze boekrol niet vermeld.
Na het zevende zegel breekt het tijdperk aan waarvan gezegd wordt:
Zij zullen als koningen heersen op aarde (zie 5:10).

De hoofdstukken 5 tot en met 11 vormen een bij elkaar horend geheel.
De hoofdstukken 12 tot en met 19 behandelen de details van de gemeente en van de schijngemeente in de laatste periode; zij vormen als het ware close-ups.
Vanaf hoofdstuk 20 tot en met 22 wordt getoond hoe de schepping door de gemeente van Jezus Christus hersteld wordt.

Elke keer als er een nieuw zegel verbroken is, zien we weer een ander aspect in de ontwikkeling van de gemeente.
Maar ook zien we wat de tegenstander bedenkt en doet om het plan van God tegen te werken en te doen mislukken.
De hele schepping is bij deze ontwikkeling zeer nauw betrokken, want zij verlangt sterk naar de volledige openbaring van de zonen van God: de gemeente (zie 12:2).
Daarom roept steeds een van de vier wezens het uit: Kom.
Hieruit blijkt ook hun verlangen naar de realisering van het doel van God.
Later zien we in 22:17 dat ook de geest en de bruid hetzelfde roepen.

Zij zien uit naar het herstel door en de luister (of: grootsheid of majesteit) van God, die zichtbaar zullen worden, hoewel deze manifestatie vergezeld gaat van strijd tussen licht en duisternis, die scheiding tussen goed en kwaad uitwerkt (= oordeel).

Het eerste wezen kondigt nu met een stem als van een explosie de eerste ruiter aan.
Hiermee wordt uitdrukking gegeven aan de enorme kracht die er in Gods woord en geest aanwezig is.
Naar de verschijning van dit eerste wezen ziet de hele schepping met groot verlangen uit …!
Hij is het begin van de nieuwe schepping en het eerste lid van de gemeente van wie de Openbaring het ontwikkelingsproces onthult.
Hij is de grondlegger van het nieuwe geestelijke verbond tussen God en de mensheid.