Doop

12. Geen bijbelse grond voor de ‘kinderdoop’

Het dopen van gezinnen

Nergens in het nieuwe testament is sprake van een ‘kinderdoop’ of zuigelingenbesprenkeling.
De gedoopte gezinnen hebben geen kleine kinderen of ze worden niet meegeteld, wat we uit het verband kunnen opmaken.
We weten niet of Johannes de Doper vrouwen heeft gedoopt, maar in het nieuwe testament lezen we dat zowel mannen als vrouwen gedoopt worden (zie Handelingen 8:12).
Over baby’s wordt nergens gesproken.

  1. In Handelingen 10:44-48 staat duidelijk dat in het huis van Cornelius alleen zij gedoopt worden die naar de toespraak van Petrus luisteren en die de heilige geest gekregen hebben.
    Zij spreken allen geestelijke talen (spreken in tongen).
    Bovendien is Cornelius met al zijn huisgenoten iemand die God vereert (zie vers 2); zijn hele huis wordt gered (zie 11:14).
    Cornelius wacht op de apostel, terwijl hij zijn familieleden en beste vrienden bijeengeroepen heeft (zie 10:24).
    Hij zegt: We zijn hier ten overstaan van God bijeen om te luisteren naar alles wat u door de Heer is opgedragen (zie vers 33).
  2. In Handelingen 16:14 en 15 en 40 wordt over Lydia en haar doop gesproken.
    Deze vrouw die handelt in purperstoffen, komt uit Thyatira, vele honderden kilometers van Filippi verwijderd.
    Zij spreekt over ‘mijn huis’ wat een aanwijzing kan zijn dat zij geen man heeft.
    Het ligt ook niet voor de hand dat een jonge vrouw zo ver van haar geboorteplaats al zo’n belangrijke zaak beheert.
    Als verkoopster van purperen stoffen heeft zij zeker ook personeel (haar huis).
    Dit huishouden wordt in vers 40 aangeduid door ‘de gelovigen’; dezen krijgen van Paulus een bemoedigend woord bij zijn afscheid.
  3. In Handelingen 16:32-34 wordt nog over de doop van het gezin van de cipier gesproken.
    Zulke gevangenbewaarders worden gerekruteerd uit oude oorlogsveteranen.
    Alle aanwezigen in zijn huis kunnen die nacht het woord van God beluisteren.
    Allen zijn oud genoeg om gelovigen genoemd te worden.
    En hij verheugde zich dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was (16:34 NBG).
    Dit sluit baby’s uit.
  4. In Handelingen 18:8 staat dat Crispus met heel zijn huis tot geloof komt.
    Ieder kind dat oud genoeg is om te geloven, is ook oud genoeg om gedoopt te worden.
    Niet alleen Crispus en zijn huis, maar ook veel Korintiërs die naar Paulus luisteren geloofden en lieten zich dopen.
    Ook in onze tijd gebeurt het dat hele gezinnen tot geloof komen en zich door onderdompeling laten dopen.
  5. Het gezin van Stefanus, dat door Paulus zelf gedoopt is, heeft zich helemaal gegeven in dienst van de heiligen.
    Aan de Korintiërs wordt gezegd zich onder zulke mensen te stellen (zie 1 Korintiërs 1:16; 16:15 en 16).
    De tekst van de bijbelse verhalen weerlegt dus duidelijk alle ongefundeerde veronderstellingen die de voorstanders van de kinderbesprenkeling bij de zogenaamde gezinsdoop maken.
  6. Ook zijn er sommigen die een beroep doen op 1 Korintiërs 7:14. Daar staat: Zou dat niet zo zijn, dan zouden uw kinderen onrein zijn. Maar nu zijn ze geheiligd.
    Men meent dat hier een argument voor de ‘kinderdoop’ te vinden is, maar deze mededeling van de apostel bewijst juist het tegenovergestelde.
    Paulus maakt een vergelijking tussen de ongelovige en dus ongedoopte man van een gelovige vrouw en de kinderen van dit echtpaar.
    Zoals de ongelovige man geheiligd is in zijn vrouw, zo zijn ook de onmondige kinderen geheiligd in de moeder.
    Als deze kinderen gedoopt zijn, dan zijn zezelf al ingevoegd in de gemeente en loopt de vergelijking dus mank.
    Maar noch de ongelovige man, noch de onmondige kinderen zijn gedoopt en beiden komen slechts door de gelovige vrouw in aanraking met het herstelplan van God.

Uit dit alles kunnen we dus opmaken dat nog onmondige kinderen niet gedoopt moeten worden.
Zij worden door hun ouders beschermd en geleid en ze komen op deze manier in aanraking met het Goede Nieuws van Jezus Christus.
Zo groeien zij op om later zelf de keus voor Jezus te maken.