8. Teksten uit het nieuwe testament over erfzonde
Johannes 3:6
Wat geboren is uit een mens is menselijk en wat geboren is uit de geest is geestelijk.
Ook deze tekst wordt gebruikt om aan te tonen dat de mens als verdorven geboren wordt.
Maar als dit waar is, zal het natuurlijke lichaam van een kind in de eerste plaats aangetast moeten zijn, want zijn innerlijke leven is nog niet tot ontwikkeling gekomen.
Als het waar is dat ook zijn innerlijke levensbeginsel verdorven is, kan zijn innerlijke mens ook nooit tot ontwikkeling komen.
Wat verdorven is, kan zich niet ontplooien en ook niet groeien, want het is aan de destructie of de ontbinding prijsgegeven.
Maar de Heer bedoelt hier te zeggen, dat wat uit een mens tevoorschijn komt, zich ontwikkelt als een natuurlijk mens.
Paulus schrijft in 1 Korintiërs 15:46:
Niet het geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het geestelijke.
Uit de baby groeit een mens die op de aarde zijn plaats inneemt.
Wat uit een mens geboren is, hoeft niet zondig te zijn.
Ook Jezus is geboren uit Maria, een mens.
Maar de aarde is het domein geworden van satan, de heerser over deze wereld.
Door Adam zijn wij en onze nakomelingen onder de heerschappij van satan gebracht.
In Romeinen 7:14 zegt Paulus, dat hij, voordat hij met God is gaan leven, wat zijn mens zijn betreft, uitgeleverd was aan de zonde.
Wij zijn dus als natuurlijke mensen door Adam aan de demonen, die verleiden en pressen tot zonde, (als een slaaf) verkocht of uitgeleverd!
Maar het is vanaf het allereerste begin de bedoeling van God geweest om de natuurlijke mens te metamorfoseren of om te vormen tot een geestelijk mens.
Zo wordt waar dat wat uit Gods geest geboren wordt, geestelijk is.
Door de vernieuwing van denken wordt onze innerlijke mens overgeplaatst naar een andere dimensie.
We worden als het ware opnieuw geboren, maar dan als geestelijk mens.
We gaan dan anders denken, vanuit de geestelijke wereld.
We beginnen aan een nieuw leven in de wereld van de geesten.
Daar moeten wij nu gaan groeien en ons ontwikkelen van een pas (opnieuw) geboren tot een volwassen geestelijk mens.
Wat door de geest van God geboren is (= in die andere dimensie openbaar wordt en daar gaat functioneren) is een geestelijk wezen.
Gods geest geeft dus door de vernieuwing van denken (= opnieuw geboren worden of ‘wedergeboorte’) vorm aan een nieuwe schepping.
De impuls daarvoor komt van het woord van God, want dit is geest en leven (zie Johannes 6:63).
Wij worden opnieuw geboren door het levende en altijd blijvende woord van God (zie 1 Petrus 1:23).
Dit houdt in dat we Gods gedachten(wereld) gaan overnemen en zo in een blijvende verbinding met Hem komen en we dus het eeuwige leven krijgen.
Leven is een bestaan waarbij er een vaste relatie is met God; zonder leven met God is de mens geestelijk dood (zie Kolossenzen 2:13 en Romeinen 6:23).
Daarna krijgen we Gods heilige geest die onze nieuwe geestelijke mens voorziet van kracht, wijsheid en liefde, waardoor we zijn geestelijke gaven kunnen ontwikkelen.
Met erfzonde, erfsmet en erfschuld hebben de bovengenoemde woorden van onze Heer dan ook helemaal niets te maken!
Erfzonde en kinder’doop’
Wij zien ook dat het begrip erfzonde en kinder’doop’ (of reëler: babybesprenkeling) heel nauw met elkaar in verband staan.
Volgens de erfzondeleer is de natuurlijke geboorte de oorzaak van allerlei ellende voor het kind, ja zelfs dat het al verloren is!
Daarom moet de baby, volgens het ‘doop’formulier van bepaalde kerken, als lid van de gemeente gedoopt worden.!
Vanaf het ontstaan van de kinderdoop omstreeks het jaar 200 heeft men zich daartoe beroepen op de teksten uit Johannes 3:5-6:
Niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest.
Wat geboren is uit een mens is menselijk
Bij de kinder’doop’ past men het ritueel toe dat alleen voor de doop van volwassenen geldt, namelijk die van de reiniging van de zonden.
Augustinus zegt dat de heerschappij van satan over het kind direct samenhangt met de erfzonde.
Deze ‘kerkvader’ concludeert dat een ongedoopt kind bij het sterven verloren gaat.
Men meent dus dat door de zichtbare doophandeling iets plaatsvindt in de onzichtbare wereld.
Verder wordt in kerken over het verband tussen kinder’doop’ en erfzonde geleerd dat de erfzonde ook zelfs door de doop niet helemaal weggedaan of uitgeroeid wordt.
Want de zonde, zegt men, ontspringt als een altijd als opwellend water uit een onzalige fontein.
Zo heeft men in de rooms-katholieke kerk een kinderdoopritueel waarin de bevrijding uit de slavernij van en de inwoning door satan duidelijk tot uitdrukking komt.
Het rooms-katholieke ‘Liturgisch Woordenboek’ schrijft bij ‘Duivelbezwering’:
"De ritus van de kinderdoop weerspiegelt door zijn herhaalde exorcismen nog duidelijk de stadia van de scrutinia", dat is onderzoek door ondervraging bij de doop van volwassenen.
Het woordenboek vervolgt dan: "Niet alleen in gebeden, maar ook door handelingen (beademen, blazen, handoplegging, bekruisiging) heeft de duivelbezwering plaats."
In het oosten zijn de uitingen nog drastischer (wegstoten, spuwen).
We zien hier hoe de dwaling van de erfzondeleer de dwaling van de kinderdoop moet ondersteunen.
Maar wij laten ons dopen zoals onze Heer zelf zijn doop heeft ondergaan.
Wij gaan als rechtvaardigen onder (want dopen betekent onderdompelen!) en we staan weer op als rechtvaardigen.
We geven door onze doop aan dat we van onze zondeschuld gereinigd zijn door het offer van Jezus Christus.
En dat wij als geestelijke mensen verder willen leven, dus het koninkrijk van God binnengaan!
Onze rechtvaardigheid is de basis van onze overwinning op onze vijanden: satan en zijn demonen.