8. De vrucht van de geest
De vrucht van Gods geest
Vrucht ( geen gaven)
Dit hoofdstuk gaat over de vrucht van de heilige geest, die door sommige mensen uit onkunde wel wordt verward met de gaven.
Volgens Galaten 5:22 is ook deze vrucht negenvoudig.
In tegenstelling tot de voorgaande verzen in Galaten 5 (die gaan over de werken van het ‘vlees’, een aanduiding van wat er gebeurt als de demonen het in de mens voor het zeggen krijgen) noemt Paulus nu de vrucht (niet: vruchten) van de geest van God.
Deze vrucht vormt één geheel, maar bestaat uit negen allesomvattende Goddelijke eigenschappen:
Eigenschappen vanuit de grondtekst:
- agapè: liefde, liefdemaal
- chara: blijdschap, vreugde
- eirēnē: vrede
- makrothumia: (het) geduldig zijn, geduld, lankmoedigheid
- chrēstotēs: goedheid, vriendelijkheid
- agathōsunē: goedheid
- pistis: trouw, betrouwbaarheid, vertrouwen, geloof
- prāiotēs: zachtmoedigheid, vriendelijkheid, mildheid
- egkrateia: zelfbeheersing, zelfdiscipline.
Zoals gezegd, wordt deze vrucht die dus negenvoudig is, door sommigen abusievelijk gehouden voor de gaven die ook negen in getal zijn.
Ook hier valt dit ‘probleem’ weg als we rustig de begrippen en de woorden op ons laten inwerken.
Ook zeggen sommigen dat er veel meer gaven en vruchten zijn dan die in de Bijbel vermeld staan.
Dat zou heel goed kunnen, maar dan zal ons dat nog wel duidelijk moeten worden.
Tot zolang gaan we maar uit van wat de Bijbel ons hierover zegt.
We weten allemaal wat een vrucht is.
Aan een boom of struik en andere planten komen vruchten.
Ook in de voortplanting hebben we het over ‘vrucht’, er vindt be-‘vrucht’-ing plaats.
Daarna groeit de vrucht en als de vrucht bij mens of dier volgroeid is, wordt deze gebaard of geboren en bij planten wordt deze zichtbaar, ‘geopenbaard’.
Nieuw leven
Zo is het ook met de vrucht van Gods geest.
We zien zeker in het nieuwe testament vaak het beeld van een groeiproces, van het tot volwassenheid, tot volkomenheid komen.
Vanuit de bevruchting door/met zaad ontstaat dus de vrucht.
De vrucht van de geest van God ontstaat in ons doordat onze geest wordt ‘bevrucht’ door het woord van God en dit komt doordat we Gods gedachten overnemen.
Het woord van God wordt ook wel ‘zaad’ genoemd (zie 1 Petrus 1:23).
Uit die bevruchting ontstaat nieuw leven, dat, als het ‘in het verborgene’ (in de moederschoot) volgroeid is, ‘openbaar’ of gebaard wordt.
Dit is het proces van het voortbrengen van de zonen van God.
Dit is een aparte studie waard!
De vrucht moet dus groeien en dat proces heeft tijd nodig.
De gaven krijgen we direct op het moment dat we deze nodig hebben en ons er in geloof naar uitstrekken of naar streven.
Het is mogelijk over de uitingen van de heilige geest te ‘beschikken’, terwijl de vrucht nog niet (helemaal) zichtbaar is.
Andersom is misschien ook mogelijk: de vrucht is al (gedeeltelijk) zichtbaar, zonder dat de uitingen (alle) al werken.
Normaal en optimaal is dat de gaven goed functioneren en zodoende ondersteunend zijn aan de openbaarwording van de vrucht.
Want: wie in geestelijke talen bidt, bouwt zichzelf op en zo brengt hij vrucht voort.
Wie de gaven van genezingen heeft, kan zijn lijdende medemens gezond maken, waardoor deze zich beter kan richten op God en waardoor de vrucht van Gods geest zich beter in hem kan ontwikkelen.
Wie de gave van onderscheiding van geesten heeft, kan zijn medemens beter bevrijden van de inwonende demonen, waardoor deze mens zich beter kan richten op God, enzovoort.
Hoe vollediger de juiste werking van de geestesuitingen is, hoe sneller zal de vrucht groeien.
Kolossenzen 1:6 zegt:
Immers, in de hele wereld draagt het vrucht en groeit het op, zoals ook bij jullie, sinds de dag dat jullie het gehoord hebben en de genade van God in waarheid hebben leren kennen.
De genade van God (charis) heeft, zoals hier blijkt, alles te maken met de gaven en de uitingen van zijn heilige geest.
Wie deze gaven heeft leren kennen, zoals God dat ‘in waarheid’ (in werkelijkheid) bedoelt en daarmee is gaan werken (is gaan nastreven), ervaart dat hierdoor ook de vrucht van Gods geest in hem groeit.
En: hoe meer vrucht zichtbaar wordt, hoe meer we op Jezus Christus gaan gelijken, hoe beter en vollediger zullen ook de gaven van de geest gaan functioneren.
Het is, nogmaals, een prachtige wisselwerking!
Als we dit inzicht hebben, zullen we niet het één ten koste van het ander verkiezen en ook niet omgekeerd.
Maar we zullen ons tegelijkertijd richten op zowel de vrucht als op de gaven.
Immers: Jaag de liefde (vrucht) na én streef naar de gaven van de geest!